Het Natuurhulpcentrum (NHC) in Opglabbeek kreeg vorig jaar een dertigtal inbeslagnames binnen via de dienst Dierenwelzijn. Van grasparkieten, Afrikaanse oehoes en caracara’s tot baardagamen, zebravinken, dwergkonijnen en kippen.
Bijna 700 verwaarloosde dieren moesten opvangenworden. Het ene geval al schrijnender dan het andere. De grootste inbeslagname kwam uit Sint-Truiden: maar liefst 42 schapen, 46 kippen en 28 tamme ganzen werden weggehaald bij een al meermaals voor gelijkaardige feiten veroordeelde dierenhouder. Alle dieren werden ondertussen herplaatst bij een nieuw baasje. Ook op basis van de CITES-wetgeving, die de handel in bedreigde diersoorten reguleert, kwamen een aantal inbeslagnames binnen. Meest opvallende waren hier wel de hybride valkachtigen. De natuurinspectie van het Agentschap voor Natuur en Bos inspecteert vooral inbreuken op het zogenaamde Soortenbesluit: hoe gaan we om met onze inheemse wilde dieren. Je mag gelukkig niet zomaar wilde vogels vangen uit onze natuur, maar sommigen kunnen het blijkbaar niet laten, en een honderdtal illegaal gevangen zangvogels (goudvinken, vinken, putters,…) werden in beslag genomen. De meeste zangvogels bleken recent gevangen te zijn en konden snel terug vrijgelaten worden. "De toename vanb opgevangen dieren door strengere wetgeving en bijhorende controles kunnen we alleen maar toejuichen. Ze bezorgen ons wel meer werk en kopzorgen om al die dieren bij ons een tijdelijke plek te bieden en te herplaatsen, maar in the end zorgen ze wel voor een afname van het dierenleed", aldus het Natuurhulpcentrum.