Het
Natuurhulpcentrum kon een jonge oehoe, die uit zijn nest was gevallen, herenigen met de rest van zijn gezin. Het jong werd geboren in de nis van een rotswand in Riemst. Oehoes broeden graag op richels of in holtes van rotswanden, daar zitten ze veilig. Maar in een nest met drie opgroeiende oehoejongen, kan het er soms hevig aan toe gaan en wordt er geregeld gevochten om de lekkerste stukjes prooi. Hierdoor is het kleinste jong waarschijnlijk overboord gevallen, 15 meter naar beneden. Daar werd de hulpeloze pluizenbol gevonden door een fietser en in het Natuurhulpcentrum binnengebracht. Het jong kreeg een grondige medische check-up en had gelukkig geen ernstige kwetsuren overgehouden aan de val. Omdat de jonge oehoe nog niet kon vliegen, moest er in de buurt van de vindplaats een nest zijn. Er werd contact gelegd met een plaatselijke ornitholoog die de exacte nestplaats wist te lokaliseren. Omdat het altijd beter is dat wilde dieren door hun eigen ouders worden grootgebracht, wilden medewerkers van het Natuurhulpcentrum proberen het jong terug in het nest te plaatsen. Samen met een klimmer reden ze naar Riemst om de situatie ter plaatse te bekijken. Het oehoenest bevond zich ongeveer 15 meter hoog op een steile rotswand en was niet bereikbaar met een ladder. De enige mogelijkheid was om langs boven de immer te laten zakken tot aan het nest. Het oehoejong kon terug in het net geplaatst worden.
(Foto Natuurhulpcentrum).