Het Provinciaal Natuurcentrum (PNC) gaat werken met
parasietkasten die ingezet gaan worden in de strijd tegen de plaag van de eikenprocessierups. Op 1 september start bovendien het LIFE-project
“Ecologisch beheer van eikenprocessierups zonder het gebruik van biociden”. In dit 5-jarig project spelen mezen, kevers, sluipwespen en -vliegen een centrale rol in de strijd tegen de overlast van de eikenprocessierupsen. Zo wil men de hinder door de processierups beperken tot een minimum, zodat men de bestrijding met biocides kan stoppen.
Vooreerst gaat men
mezen aantrekken door nestkasten te hangen. De mezen voeden hun jongen namelijk met onder andere eikenprocessierupsen. Verder wordt de effectiviteit van
aangepast bermbeheer om sluipwespen en -vliegen aan te trekken onderzocht; deze soorten parasiteren de eikenprocessierupsen. De opstart van dit project is al in volle voorbereiding: de bermen zijn gekozen en de vegetatieopname is gebeurd. Ook wordt er werk gemaakt van de
kweek van de grote poppenrover, een belangrijke natuurlijke vijand van de rupsen, en worden die kevers opnieuw uitgezet op enkele testlocaties, o.a. in Bocholt, Bree, Kinrooi, Lommel en Maaseik.
Daar bovenop is er dus nog een vierde proef met
parasietkasten. In Limburg heeft het PNC 6 reeksen parasietkasten opgehangen in gebieden met veel rupsen. In deze kasten worden nesten van eikenprocessierupsen opgesloten, waardoor de rupsen kunnen worden bestreden door natuurlijke vijanden, zoals sluipvliegen en -wespen.
De kasten zijn zo ontwikkeld dat de vlinders van de eikenprocessierups – door slim gebruik van een geperforeerde plaat – niet kunnen ontsnappen als ze uitkomen. De parasieten daarentegen kunnen wél in- en uitvliegen door deze kleine openingen. Zo kunnen de predatoren in de kasten zich tegoed doen aan de poppen van de rups, terwijl de eikenprocessievlinders die toch nog uitkomen sterven achter de geperforeerde plaat van de kasten. Doordat de parasieten in ideale omstandigheden de winter doorkomen, hebben ze in april een voorsprong om de nieuwe rupsen te bezoeken. De parasieten kunnen zich in deze kasten snel voortplanten, en omdat de kasten geplaatst worden in de directe omgeving van andere rupsennesten kunnen deze parasieten ook de andere omliggende nesten aanvallen.
Per geselecteerde berm hangen er 4 parasietkasten en een monitoringkast erbuiten. In deze kasten zijn in het begin van de zomer nesten gestoken uit een gebied in Bree met veel rupsen en veel parasieten.
Met deze testen wil men onderzoeken of er op deze manier een natuurlijke cyclus op gang komt die het spuiten met biologische bestrijdingsmiddelen binnen enkele jaren volledig kan vervangen. Deze methode met parasietkasten kan men dan toepassen in gebieden waar men geen biociden mag gebruiken.
Tegelijkertijd worden de ontwikkeling en de levenscyclus van de sluipwesp en -vliegen gemonitord, zodat men meer kennis vergaart over welke soorten op welke tijdstippen uitkomen. Dankzij die kennis kan men inspelen op de behoeften van deze predatoren en het landschap voor hen aantrekkelijker maken.