In 2024 was de toeristische sector in het Vlaamse Gewest goed voor 230.821 arbeidsplaatsen. Dat komt overeen met 7% van het totaal aantal jobs in het gewest. Tussen 2009 en 2024 is het aantal jobs in de toeristische sector toegenomen met 23%.
Bijna 6 op 10 van toeristische jobs te vinden in horeca, goed voor bijna 135.000 arbeidsplaatsen. Het personenvervoer en de diensten voor cultuur waren in 2024 elk goed voor ruim 32.000 jobs of ongeveer 14% van de totale toeristische tewerkstelling. Diensten voor sport en recreatie leverden samen ongeveer 9% van de toeristische jobs. De jobs in de overige deelsectoren van de toeristische sector, zoals de reisbureaus, de kleinhandel, de organisatie van congressen en beurzen en de accommodatie met betrekking tot tweede verblijven maakten in 2024 samen 4% uit van alle toeristische arbeidsplaatsen.
In de toeristische sector werken meer mannen dan vrouwen. In 2024 was bij de loontrekkenden 56% een man, bij de zelfstandigen 61%. Enkel in de accommodatiesector en in de reisbureaus werken duidelijk meer vrouwen dan mannen. In de kleinhandel van toerismespecifieke goederen, de musea en in de organisatie van congressen en beurzen werken ongeveer evenveel mannen als vrouwen.
Er zijn relatief veel deeltijdse jobs in de toeristische sector: de helft van de loontrekkenden werkte in 2024 voltijds, 26% deeltijds en 23% in een speciaal statuut. Bij personen in een speciaal statuut gaat het om loontrekkenden in seizoensarbeid, interimarbeid en gelegenheidsarbeid, inclusief de zogenaamde flexijobs. Daarnaast oefende 72% van de zelfstandigen in de toeristische sector de job uit in hoofdberoep, 21% in bijberoep en is 7% nog actief in de toeristische sector na zijn of haar pensioen. In vergelijking met voorgaande jaren is het aandeel zelfstandigen in hoofdberoep toegenomen ten nadele van het aandeel dat een job in de toeristische sector in bijberoep doet.