Mezen, kevers, sluipwespen en -vliegen gaan de komende vijf jaar een centrale rol spelen in het nieuwe LIFE-project
"Ecologisch beheer van de eikenprocessierups zonder het gebruik van biociden". Het project, onder leiding van provincie Antwerpen, zoekt de oplossing voor de overlast door de eikenprocessierupsen in de natuur.
De provincies streven naar de meest ecologische vorm van beheer, waarbij de (gezondheids)impact tot een minimum beperkt wordt en de biodiversiteit behouden blijft. “De eikenprocessierups is een inheemse soort, het is dus niet te verwachten dat de soort hier verdwijnt. We willen de rupsen vooral beheren op plaatsen waar ze overlast veroorzaken voor burgers in Vlaanderen”, legt Kathleen Verstraete uit. Zij is experte bij de provincie Antwerpen. “Tijdens de duur van het project zullen we in 5 provincies enkele technieken demonstreren en testen waarbij we op verschillende locaties de omgeving aantrekkelijk maken voor de natuurlijke vijanden van de rups”, zegt ze. “We testen drie technieken en onderzoeken in welke mate deze leiden tot minder of kleinere nesten: we trekken
mezen aan door nestkasten te hangen. De mezen voeden hun jongen namelijk met onder andere eikenprocessierupsen.
We onderzoeken de effectiviteit van aangepast bermbeheer om
sluipwespen en -vliegen aan te trekken; deze soorten parasiteren de eikenprocessierupsen.
We kweken de
Grote poppenrover, een belangrijke natuurlijke vijand van de rupsen, en zetten deze opnieuw uit op enkele testlocaties in België en Nederland". Voor de provincies Antwerpen en Limburg gaat het o.a. over Balen,
Bocholt, Bree, Kinrooi,
Lommel, Maaseik, Retie, Turnhout en Wortel-Kolonie.