Het aandeel heterokoppels waarin zowel de vrouw als de man voltijds werkt, is
met een derde toegenomen: van 34,2% in 1999 naar 46,4% in 2023. Vooral de combinatie ‘Man voltijds werkend, vrouw niet-werkend’ verliest terrein, met een aandeel van 25,6% in 1999 dat gedaald is naar 14,2% in 2023. Uit de analyses voor 2023 blijkt verder dat bij 26,2% van de koppels de man voltijds werkt en de vrouw deeltijds. Andere combinaties, waarbij de man deeltijds werkt of niet werkt, zien hun aandeel dan weer lichtjes toenemen, van 11,1% in 1999 tot 13,2% in 2023. De cijfers verschillen sterk volgens het aantal kinderen in het gezin: bij 61,3% van de koppels zonder kinderen werken beide partners voltijds terwijl dat percentage daalt naar 24,5% bij drie kinderen of meer. Bij koppels van hetzelfde geslacht stellen we vast dat bij koppels met twee mannen vaker voltijds gewerkt wordt door beide partners (66,3%) dan bij koppels met twee vrouwen (48%).