Kort nieuws van bij de buren
Het geothermische warmtenetwerk in Mol en Dessel krijgt niet de vorm en omvang zoals het eind november 2017 aan het grote publiek werd gepresenteerd. Dat besluiten de gemeentebesturen van Mol en Dessel na overleg de afgelopen weken met VITO en Fluvius. De geothermiecentrale in Donk levert op dit ogenblik onvoldoende vermogen om het uitgebreide netwerk te voeden. Beide gemeentebesturen blijven evenwel geloven in de toekomst van geothermie in de Kempen als duurzame energiebron. De vragen hoe, met welke omvang en volgens welke timing een geothermisch netwerk in de gemeenten zal worden gerealiseerd, zijn evenwel nog niet te beantwoorden.
Het voorgestelde plan voor een geothermisch netwerk omvatte 30 kilometer aan ondergrondse buizen. Het netwerk - opgebouwd uit transport- en distributieleidingen - zou zowel richting Dessel als Mol in verschillende fasen worden uitgerold. Volgens de aanvankelijke timing moest het volledige netwerk – inclusief de koppeling met de geothermiecentrale in Donk - tegen 2022 gerealiseerd zijn. Op dat moment zouden in totaal 2.000 appartementen, scholen, bedrijven, instellingen, woningen,… gevoed worden met warm water voor verwarming en sanitair.
Maar de afgelopen weken bleken deze ambities niet meer realistisch te zijn. De derde geothermische boring van Vito op Donk levert niet de verwachte opbrengst, waardoor de geothermische centrale op dit ogenblik onvoldoende vermogen heeft om het volledige netwerk te voeden. Deze vaststelling heeft uiteraard een grote impact op het project.
De bestaande plannen voor het uitgebreide netwerk dat Mol en Dessel zou omvatten, worden ‘on hold’ geplaatst. Alle betrokken partijen analyseren en onderzoeken de komende maanden welke rol ze in de toekomst blijven spelen voor de verdere ontwikkeling en toepassing van deze duurzame en veelbelovende technologie. Vito bewijst met de geothermiecentrale dat de technologie werkt en heel wat toekomstpotentieel biedt voor de Kempen. De centrale zal - zo stelt VITO - voluit ingezet worden voor het voeden van de eigen gebouwen, de nabijgelegen Atoomwijk en de gebouwen van SCK-CEN.