Ongekend is onbemind. In de tentoonstelling over de
kopten toont het
Gallo-Romeins Museum u vanaf morgen
een ander Egypte. Dat land associeert men meestal met piramides, mummies en hiërogliefen. Maar een andere cultuur die zich vanaf de 4de eeuw ontwikkelt, is deze van de kopten. Ze stellen zich graag voor als de
laatste erfgenamen van de faraonische beschaving. Zo hebben de kopten zeker één aspect lang bewaard: de taal.
We situeren ons in de expo in het Egypte waar het christendom wortel schoot. De cultuur van de kopten, de christelijke Egyptenaren, was lange tijd ongekend voor het Westen. Sinds het einde van de 19de eeuw was er een grote fascinatie voor Egypte. Europa herontdekte het vergeten land met een enorme belangstelling voor de kopten. Er werden indrukwekkende verzamelingen opgebouwd en tentoongesteld.
Het Teseum krijgt uitzonderlijk de gelegenheid om de rijke collectie van the Phoebus Foundation uit te lenen. Maar liefst 80 objecten gaande van kledij, weefsels tot gereedschap vertellen ons meer over de ambacht van de kopten. Het boeiende van de tentoonstelling is dat men niet alleen weefsels toont, maar ook ruimschoots aandacht besteedt aan de mensen die het ooit droegen en de cultuur waarin ze leefden. Het publiek kan zich te goed doen aan koptische teksten, architectuurfragmenten, aardewerk en huishoudelijke voorwerpen uit het dagelijkse leven.
U kan deze expo ontdekken in de schatkamer van het Teseum; hij maakt deel uit van het vaste museumparcours.
Op de foto: een weefkam van de kopten.
(Copyright The Phoebus Foundation