Stenen werktuigen zijn veruit de meest voorkomende vondsten op prehistorische sites. Prof. dr.
Veerle Rots (Université de Liège -
foto) is gespecialiseerd in de
microscopische studie van
gebruikssporen op die werktuigen. De resultaten van dat onderzoek zijn verbluffend en verschaffen
ons nieuwe inzichten in het dagelijkse leven en het technologische vernuft van prehistorische
mensen. Op
woensdag 7 december geeft Veerle Rots hierover een lezing in het Gallo-Romeins
Museum.
Om in hun levensonderhoud te voorzien, gebruikten neanderthalers en moderne mensen een heel
arsenaal aan stenen werktuigen: om te jagen, om vuur te maken, om hout te bewerken,… Al die
handelingen lieten sporen na die met het blote oog niet te zien zijn, maar vaak wel zichtbaar
worden onder een microscoop. Het onderzoek van die gebruikssporen levert archeologen een
schat aan nieuwe informatie op, niet alleen over het gebruik van werktuigen, maar ook over de
functie van prehistorische sites en de technologische kennis van neanderthalers en moderne
mensen.
Sinds enige tijd laat het onderzoek ook toe te achterhalen of (en hoe) stenen werktuigen waren
gemonteerd, bijvoorbeeld in een heft van hout. Dat is een ware revolutie in de archeologie, die tot
nieuwe inzichten leidt in het gedrag van prehistorische mensen.
Veerle Rots heeft een grote
verdienste in de ontwikkeling van dat onderzoek en gaat er tijdens de lezing uitgebreid op in. Ze is hoofdonderzoeker van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en
onderzoeksprofessor aan de Université de Liège. Ze leidt het internationale onderzoekscentrum
TraceoLab, dat zich bezighoudt met de studie van gebruikssporen op prehistorische werktuigen.
Voor haar baanbrekend onderzoek ontving ze eerder dit jaar de prestigieuze Francqui-prijs, de
belangrijkste wetenschappelijke onderscheiding in België.
De lezing van 7 december begint om 19.30 u.
Locatie: het auditorium van het Gallo-Romeins Museum of online.
Deelnameprijs: 3 euro.
Volg je de lezing liever online? Dan is vooraf inschrijven verplicht. Registreer je via de
website van het museum. Na je betaling ontvang je per mail een link om deel te nemen.(Foto: Université de Liège - Michel Houet)