Het zijn vreemde tijden. Ik kan met Allerheiligen in mijn korte broek naar het kerkhof. Dat is zeer ongewoon door de zomerse temperaturen maar als het over de dresscode gaat is dat toch minder voor de hand liggend. Ik weet niet of het wel netjes is als je aan het graf van een geliefde staat en je door de zomer gebruinde benen zichtbaar zijn. Ik trek er mij niks van aan. Het belangrijkste is dat je er staat! De oudere generaties weten nog goed dat we in onze ‘pardessus’ op 1 november naar het kerkhof wandelden. Chrysanten waren bevroren of hadden in het beste geval een beschermkap gekregen. ‘Van pardessus tot korte broek’, het zou de titel kunnen zijn van een boek over de milieuveranderingen die we al meerdere jaren meemaken. We genieten allemaal van de flink uit de kluiten gewassen nazomer maar normaal is het niet. Op lange termijn gaat dat verrassende gevolgen hebben. Ik ben een tennisser en speel in de winterperiode indoor. Als de opwarming blijft verder gaan zoals ze nu bezig is, dan kan binnen enkele jaren de tennishal in Paal afgebroken worden. Dat is één voorbeeld, en ik geef toe, het is wat overdreven voorgesteld maar ondertussen genieten we allemaal van de zomer in de herfst. Geen mens die wakker ligt van de opwarming van de aarde als hij rond deze tijd een terrasje doet en zelfs een duik in een zwembad neemt. Integendeel, we zijn blij dat dit natuurfenomeen een kostenverlagend effect heeft op onze energiefactuur. Terug naar het kerkhof. Ik heb het me nu pas gerealiseerd maar als je diverse kerkhoven bezoekt waar generaties familieleden begraven liggen, dan bezoek je een deel van je stamboom. Als je dezer dagen op het kerkhof aan de praat raakt, wat helemaal vanzelfsprekend is, dan gaat het toch meestal over die stamboom met de eeuwig terugkerende vraag: “Voor wie kom je?”. Wees blij dat je die vraag nog kan beantwoorden op een plaats waar de dood zo dichtbij is . (Martin Vanierschot)