Basisscholen in gebieden vervuild met zware metalen - zoals Noord-Limburg - moeten het schoolbeleid meer afstemmen op die problematiek, om blootstelling van de kinderen aan zware metalen tot een minimum te beperken. Dat meldt het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ) vandaag. Uit een vragenlijst van het instituut en het Lokaal Gezondheidsoverleg (Logo) bij 58 scholen blijkt dat slechts 15 procent van de scholen de ouders over de problematiek informeert.
Het VIGeZ verzamelde en verwerkte de gegevens van 58 van de in totaal 114 basisscholen uit de Noorderkempen, Hoboken, Genk-Zuid en Beerse. De omgeving in die gebieden is namelijk vervuild met zware metalen zoals cadmium, lood, nikkel en chroom. Uit de resultaten blijkt dat bij ruim 30 procent van de scholen de speelplaats deels uit zand bestaat. Aangezien zand makkelijk opwaait, worden zware metalen ook sneller verspreid. Ook blijkt dat drie kwart van de scholen de speelplaatsen zonder water reinigt, waardoor zware metalen opnieuw in de lucht komen. De meeste scholen reinigen wel wanneer de kinderen afwezig zijn, aldus VIGeZ.
Om het opwaaien van stof te beperken wordt aangeraden om de vloeren en gangen van de school liefst dagelijks met water te poetsen. Volgens de vragenlijst doet de meerderheid dat slechts wekelijks. Ook blijkt dat meer dan drie kwart van de scholen de zandbak buiten niet kan afdekken en het zand niet tweejaarlijks laat vervangen. VIGeZ meldt evenwel dat zo kan vermeden worden dat kinderen zware metalen in het lichaam krijgen.
VIGeZ meldt nog dat ouders, het schoolteam en het poetspersoneel over zware metalen geïnformeerd moeten worden. Daarvoor werd het schoolpakket "Speel op Veilig" opgesteld, dat directie, leraren en leerlingen uit het kleuter- en lager onderwijs sensibiliseert over zware metalen.