Verdroging van natuurgebieden vormt de grootste bedreiging voor biodiversiteit in de regio. Er dient snel iets te gebeuren om volwassen bossen te kunnen behouden en kwelstromen in stand te houden. De zandgronden zijn extra gevoelig voor droogte. “De oorzaak van verdroging ligt in het rechttrekken en verdiepen van beken en het ontwateren van bossen en landbouwgronden. In de vorige eeuw werd dat grootschalig toegepast,” vertelt Wiel Poelmans, pProgrammacoördinator biodiversiteit bij de provincie Noord-Brabant in Nederland. “Het gevolg hiervan is dat jaarlijks 85 procent van de regenval versneld wordt afgevoerd naar de Maas. Terwijl het eigenlijk veel beter zou zijn als dit regenwater voor een groot deel zou infiltreren in de bodem. Daarmee wordt het grondwater op een natuurlijke manier aangevuld en op een natuurlijk peil gehouden.“
Sinds enige tijd is het probleem nog urgenter geworden door de klimaatverandering. “Klimaatverandering leidt tot een hogere hittestress voor de natuur. De toenemende hittegolven en de daarmee gepaard gaande extremere droogteperiodes versterken het probleem voor de biodiversiteit. De grondwaterstanden worden steeds lager en de kwelstromen vallen stil naar lagergelegen Natura 2000-gebieden en andere grondwaterafhankelijke natuurgebieden.”
Volgens Wiel Poelmans is de huidige verdrogingsaanpak onvoldoende om de problemen goed op te lossen. “Ook de landbouw heeft last van de verdroging,” weet hij. Reden waarom een integrale aanpak steeds noodzakelijker wordt. “Het grootste deel van de Brabantse bossen ligt in infiltratiegebieden. De ontwatering van deze bossen en de omringende landbouwgronden moet zo veel als kan worden aangepakt.”
Om de bossen te behouden zijn meerdere opties noodzakelijk. “De regen moet in de bodem kunnen zakken waar hij valt,” legt Poelmans uit. “Als er genoeg water in de bodem zakt, blijven de grondwaterstromen in stand. Deze kwelstromen worden bedreigd, maar zijn van levensbelang voor gezonde bomen. Door droogte en het wegvallen van de kwelstromen, verzwakken de bomen. Bij verzwakte bomen krijgen plaaginsecten de kans om ze aan te tasten. De volwassen bomen gaan dood en er ontstaat pioniersbos. Juist zo’n jong bos is desastreus voor de kenmerkende biodiversiteit van bos.” Door de extreme droogte van de afgelopen jaren is dit proces in een versnelling geraakt.
Herstel van de verzuurde bodems van deze bossen is ook noodzakelijk. Daarmee kunnen deze bodems beter en meer water gaan vasthouden. Dit zorgt voor aanvulling van de grondwatervoorraad en herstel van de kwelstomen. “De bodem krijgt weer zijn sponswerking,” noemt Poelmans dit. “Het water stroomt minder snel weg. Het is ook gunstig voor de landbouw, want daar is minder extra beregening nodig. En als water in de bodem kan zakken, leidt dit ook tot demping van wateroverlast door extremere buien,” somt Poelmans op.
Daarnaast pleit hij voor de aanplant van andere, meerdere boomsoorten in gemengde bossen. Poelmans: “Als je veel bos hebt van bepaalde bomen, ontstaat er ook interne verzuring. De gangbare bomen in onze bossen als dennen, eiken, beuken en sparren, veroorzaken zuur strooisel. Veel van dit strooisel verzuurt dus ook de bodem, naast de stikstofdepositie. Als we bomen vervangen door bijvoorbeeld lindes, zoete kers en esdoorns, krijgt het strooisel een heel andere samenstelling. Deze andere bomen zijn rijk-strooisel-soorten. Ze verminderen de verzuring van de bodem.”
Bijkomend voordeel is dat er meer CO2 wordt vastgelegd in de bodem, bossen sneller gaan groeien en dat de biodiversiteit zowel in de bossen als in kwelafhankelijke natuurgebieden een sterke en noodzakelijke impuls krijgt.
(Bron: Naturetoday.com)