Het is zaterdagmorgen half acht. Ik lig nog in bed en worstel, zoals elke morgen trouwens, met het dilemma: blijf ik nog even horizontaal of begin ik alvast naar de vloer te tasten? Met één been voorlopig. In plaats daarvan wurmt mijn linkerarm zich volkomen zelfstandig onder het dekbed uit en mijn wijsvinger drukt de aan-uitknop van de radio in. Mijn linkerschouder voelt wat pijnlijk aan. De rechter ook trouwens, maar niet zo erg. Raar!
Gisteren heb ik in de Soeverein mijn tweede Pfizer-vaccin gehad. En wat ging dat vlot zeg! Ik was geboekt voor één minuut over vijf, maar de angst om te laat te komen voor een dergelijk belangrijk evenement had me al om kwart voor vijf naar de toegangsdeur gedreven. Vóór me stond een knorrige man.
“Ich wieët hiej de weeg nie”, zei hij.
“Ich bin hiej vanzelèvë nog nie gewist.” Die kwam van Pelt dus. Zijn gezicht klaarde helemaal op toen hij door een supervriendelijke vrijwillige medewerker van het centrum geadviseerd werd gewoon de kanjers van pijlen te volgen die op het klinkerpad naar de toegangsdeur geschilderd stonden. Tja, die mensen van Pelt… Achter me sloot een welgeschapen dame-op-leeftijd aan. Ze was ruim voorzien van poten en oren. En ergens tussen al die met trots gedragen weelde ontdekte ik de kop van wat een hond moest voorstellen. Die wou ze per se mee naar binnen nemen. En dat bleek niet te mogen. Gelukkig was ‘hare Jaak’ nog in de buurt om het verongelijkt keffende beestje van haar over te nemen.
Maar ik werd meteen, een dik kwartier te vroeg dus, geholpen. Hoffelijk en efficiënt. Zo moet het. En zo kán het dus ook. Of ik klachten ondervonden had na het eerste vaccin, vroeg de dame-met-de-priknaald. “Nauwelijks”, antwoordde ik. Maar vanmorgen had ik dus wel prijs. Momenteel voel ik het al in heel mijn arm. En nee, ik ben geen watje!
“Het is niet logisch”, vond mijn kleinzoon. “Je krijgt een spuitje, om te beletten dat je ziek gaat worden, maar van die injectie krijg je dan die hinderlijke pijn in je arm.” Ik heb hem uitgelegd dat eigenlijk zoiets is als wat ze in het Frans
reculer pour mieux sauter noemen. Een paar passen achteruit zetten om daarna, dankzij je langere aanloop, beter te kunnen springen. Hoe dan ook, ik voel me behoorlijk beschermd nu. Straf virus dat me nu nog klein gaat krijgen!
Chel DRIESEN