In het Vlaamse Gewest zijn er naar schatting 85.000 risicogronden voor bodemverontreiniging. Dat zijn gronden waar activiteiten werden of worden uitgevoerd die mogelijk bodemverontreiniging kunnen veroorzaken. Eind 2024 werd voor 61% van de risicogronden (51.665) een oriënterend bodemonderzoek (OBO) uitgevoerd.
Voor bijna een derde van de onderzochte gronden (16.563) waren verdere maatregelen nodig en volgde een beschrijvend bodemonderzoek (BBO). Een BBO onderzoekt de omvang en de risico’s van de bodemverontreiniging en bepaalt de eventuele saneringsnoodzaak.
Eind 2024 waren 4.878 bodemsaneringswerken afgerond (BSW afgerond). In vergelijking met 1997 en vooral sinds 2005 is het aantal afgeronde bodemsaneringswerken aanzienlijk toegenomen.