In het provinciehuis zijn deze week de beleidsverklaringen voor 2018 voorgesteld. Gedeputeerde voor toerisme en erfgoed
Igor Philtjens had het ook over
be-MINE PIT, het nog te bouwen belevingscentrum in de voormalige mijngebouwen.
"Stenen moeten niet alleen bewaard worden. We moeten ze terug tot leven brengen door er een eigentijdse functie aan te geven. Dat doen we door de lokale bevolking erbij te betrekken én verbindingen te leggen met andere domeinen. Het nieuwe mijnbelevingscentrum be-MINE wordt een
toeristische hefboom voor Limburg en heel Vlaanderen. Dankzij een slimme complementaire herbestemming spelen onze mijnen vandaag opnieuw een belangrijke rol. Wanneer we de verschillende sites met elkaar kunnen verbinden, krijgen we een geheel dat meer is dan de som van de delen. Zo ontstaat er een bijkomende troef die Limburg extra large maakt", zegt Philtjens.
be-MINE moet op die manier uitgroeien uit tot een
toegangspoort voor de hele Limburgse mijnstreek. Het is een ideaal startpunt voor een nieuwe toeristische routestructuur (zowel fietsroute als langeafstandswandeling) die de zeven Limburgse mijnsites aan elkaar rijgt.
Het Kolenspoor krijgt zo vorm. Met als eindpunt Connecterra, dat op zijn beurt weer de toegangspoort vormt tot het Nationaal Park Hoge Kempen.
"Be-MINE vormt een symbool van de veerkracht van onze provincie. Maar ook van de kracht van de mens. Daarom vertelt het nieuwe mijnbelevingscentrum be-MINE PIT het
verhaal van de mijnwerker. Dit vormt het sluitstuk van de herbestemming van de grootste industriële erfgoedsite van Vlaanderen", lezen we nog in zijn beleidsverklaring.