6 april 1980, het staat in het beton gegoten in de
Galgestraat 8 in Paal. Een legendarisch adres en een memorabele datum: het begin van Radio Benelux. De eerste uitzendingen van de vrije radio vanop de Klitsberg in Paal sloegen in als een bom. Het saaie muzikale tijdperk van de BRT werd in de ether aangevallen door enkele jongeren uit Paal.
Jos Kenens, Johan Vanhees en Peter Vandebergh waren de drie pioniers die een zender bouwden, Walter Jacobs met als pseudoniem
Tom Vandermeer werd aangetrokken als dj. Het was het begin van een boeiende periode met ongekende successen. Radio Benelux was ook een magneet voor jongeren die experimenteerden met het nieuwe medium en een heleboel van die jongeren konden via hun capriolen in de Galgestraat carrière maken in de media. Denken we maar aan Luc Moons (TVL), Gert Gommé (Sporza), Hans Put (reporter/fotograaf), Gerd Reynders (HBVL), Koen van Parijs (Concentra), Marnix Peeters (journalist/auteur) en Annemie Peeters (Radio1) om er maar enkelen te noemen. Veertig jaar later is Radio Benelux nog één van de weinige onafhankelijke lokale radio’s.
De komende dagen blikken we met een aantal (ex)-medewerkers terug.
Gert Gommé, Hans Put en Alain Baeten waren fans van het eerste uur.
“Ik woon aan de voet van de Klitsberg. Wellicht ben ik één van de eersten die het signaal van de zender opving. Daar wilde ik deel van uitmaken. Ik begon als telefonist, toen de radio nog in de Kapelstraat zat”, zegt
Gert Gommé. “Pas in de zomer van 1980 ontdekte ik dat er in Beringen een radiostation van start gegaan was. Daar wilde ik natuurlijk zo snel mogelijk bij zijn en dus maakte ik een proefprogramma op een cassette die ik opstuurde naar de befaamde Postbus 30 in Beringen. Daarna heeft het nog een paar maanden geduurd vooraleer Tom Van Der Meer (Walter Jacobs) contact met me zocht. Uiteindelijk was ik op 23 november 1980 voor het eerst te horen op de radio”, vertelt
Alain Baeten.
“Ik was zot van radio en toen ik Radio Benelux voor het eerst hoorde, was ik meteen verkocht. Dat was gewoon kicken. Er waren in het college van Beringen verschillende jongeren die voor Radio Benelux aan de slag gingen. Mijn klasgenoot Patrick Corthouts begon er met het milieuprogramma ‘Laat ons een bloem’ en ik hielp hem als tekstschrijver. Pas toen er bij Radio Benelux een breuk kwam en er een groot aantal jongeren in Beringen begonnen met Radio Hofstad, ben ik zelf beginnen presenteren. De rest is geschiedenis”, zegt
Hans Put.
Die pioniersperiode was ongezien, een tijd van experimenteren, straffe programma’s, kortweg alles was mogelijk.
“Programma’s waar ik de meeste en de beste herinneringen aan heb zijn de maandageditie van “Schijven na vijven”, het dagelijkse verzoekplatenprogramma dat Benelux in die tijd had tussen 17:00 en 19:00 en een reeks nachtuitzendingen van zaterdag op zondag. Beide programma’s met veel en directe interactie met luisteraars, wat wel de essentie van lokale radio moet zijn. Ook de reportages die Johan Rymen en ik maakten van op Pukkelpop, toen nog een kleinschalig festival op de voetbalterreinen in Heppen, staan me nog levendig voor de geest. Dat we Anne Clark mochten interviewen gaf ons toch een hele tijd ‘street credibility’’, herinnert
Koen van Parijs zich.
“Die pionierstijd was fantastisch. Mensen waren opgelucht dat ze eindelijk niet alleen naar de saaie staatsomroep konden luisteren, maar nu flink wat keuze kregen op de fm-band. Medewerkers van ‘vrije radio’s’ groeiden in die tijd uit tot ware volkshelden. Ik herinner me nog hoe ik op een woensdagvoormiddag over de markt van Beringen liep, met een T-shirt aan waarop ‘Herman De Graaf’ gedrukt stond. Ik werd toen zo aangestaard dat ik er ongemakkelijk van werd. Dat was meteen ook de laatste keer dat ik het T-shirt droeg”, zegt
Alain Baeten, toen dus gekend als Herman De Graaf.
“Het waren mooie tijden op Klitsberg en andere heuvels in de buurt, het tuinhuisje thuis, de file op de snelweg voor het 1 jarig bestaan in het klaverblad in Lummen, de eerste live nachtuitzendingen waar luisteraars ons bezochten met bakken bier, taarten, frietjes enzovoort. En natuurlijk de fijne collega’s”,
vertelt Peter Vandebergh.
“Wat ik me vooral herinner zijn ze opnames bij mij op zolder voor de Tom Vandermeer Show (Mijn schuilnaam want we hadden toen schrik voor de politie). Eerst een proefopname gemaakt die wel 100 keer is uitgezonden. Hoeveel kilometers hebben we toen niet gedaan in mijn roestbruine Citroen GS om te horen tot waar ons bereik kwam. En dan waren er die spannende momenten op de Klitsberg in Paal. Waar soms Jos en Johan nog om 2 minuten voor 14 uur aan de zender aan het prutsen waren, tot mijn grote ergernis want tijdens de opnamen sprak ik ook over de tijd. Maar eens in de lucht was het genieten! Ik weet nog dat Jos in Eindhoven in de C1A Radio Benelux hoorde. Maar toen hadden we geen koekendoos meer als zender maar wel, zoals Jos & Johan zeiden: een stoof. Een zeer krachtige zender”, lacht
Walter Jacobs.
‘In de clandestiene jaren was ik een grote fan. Was dat Alain Baeten die toen met een losgeslagen Hollands accent presenteerde? Onder zo’n spannende schuilnaam? Dat wilde ik ook! Ik heb een cassette opgenomen en aangezien ik twaalf elpees had en ik het Nederlands machtig was, mocht ik beginnen”, blikt
Marnix Peeters terug.
“Dat was spannend, vooral de periode dat de peilwagens door het land reden om die stoute radio’s op te pakken”, lacht
Gert Gommé tot slot. (Morgen deel 2)