Zaterdag 6 juli zal het mijnstadion in Beringen even heropleven met een
reüniewedstrijd tussen Berignen FC en STVV Sint Truiden. Eén van de spelers die er niet bij kan zijn, is
Walter Degreef, één van de smaakmakers van de club in de laatste gloriejaren van de club. Gert Gommé maakte enkele jaren geleden voor Paalonline een portret van de blonde jongen uit Paal en dat we vandaag nog eens graag publiceren: Walter Degreef is wellicht de beste voetballer die Paal heeft voortgebracht. Hij blonk uit in de jeugdreeksen van Flandria Paal, versierde zo een transfer naar het toen nog roemruchte FC Beringen, en belandde uiteindelijk bij het Anderlecht van de grote dagen. Walter won met paars-wit ondermeer de Uefa-cup in 1983. Hij speelde ook voor de Rode Duivels.
Wat herinner je je nog van je jeugd in Paal?
Ik groeide op aan de Meldertsesteenweg in Geenhout. Mijn moeder werkte in een bejaardentehuis, mijn vader was een bovengrondse mijnwerker. Ik zat eigenlijk alleen maar met voetbal in mijn hoofd. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Als de school uit was, liep ik meteen naar een boerderij bij ons in de buurt. Als ik er als eerste was, trapte ik wat balletjes tegen de muur, als de anderen er waren speelden we matchen in de wei. Ik moest ''s anderendaags soms mijn boekentas nog gaan ophalen in de wei voor ik naar school ging. Dat ik bij de miniemen van Flandria Paal ging spelen was een logische stap.Daar stak ik er al meteen bovenuit. Ik was ook een echt trainingsbeest.
Wat moeten we ons daar bij voorstellen?
Om u een idee te geven: de miniementraining was op woensdagnamiddag om 3 uur. Ik was er telkens al om 12 uur om wat met de bal te trainen. En na de training van de miniemen trainde ik ook nog mee met de kadetten, en daarna met de scholieren. Als kadet wilde ik al meteen FC Beringen gaan spelen.
Hoe verliep die overgang?
Dat was een hele affaire. Ik reed met mijn fietsje naar een training van Beringen, en vroeg of ik mocht mee doen. Maar iemand vertelde me dat je dan toestemming moest hebben van je club. In mijn geval dus Flandria Paal. Vervolgens heb ik de voorzitter van Flandria, Gust Henckens zaliger, de oren van de kop gezaagd om me met Beringen te laten mee trainen. En hij stemde toe. Vanaf dat moment mocht ik mee trainen, maar ik had nog geen contract. Lang duurde dat niet. De kadetten van Beringen speelden twee keer tegen Diest, en ik scoorde 4 keer. Ik kon meteen tekenen.
Walter Degreef die 4 keer scoorde? Zo herinner ik me jou niet.
Nee, ik maakte naam als verdediger, maar begon in de spits. Mettertijd werd ik telkens een rij naar achter geschoven. Ik was een schoolvoorbeeld van polyvalentie: ik speelde in alle linies, en was perfect tweevoetig. Het ging snel met mijn carrière: op mijn 17-de stond ik al in de eerste ploeg van Beringen, samen met mannen als Zenon Ziembicki zaliger, Jean-Claude Moons, de gebroeders Geypen en Marcel Put. Ik herinner me dat ik voor mijn eerste communie allerlei dure cadeaus kreeg, maar er was er maar 1 waar ik echt blij mee was: een truitje van Beringen met het nummer 9 van Marcel Put.
Waren er ook veel truitjes van Walter Degreef in omloop?
Ik vrees er voor. Ik was niet zo''n tribunespeler, meer een nuttige ploegspeler die niet al te veel opviel. Maar zelfs een topclub als Anderlecht had nood aan een nuttige ploegspeler.
Hoe kwam je daar eigenlijk terecht?
Dat is een ingewikkeld verhaal. In maart had ik al een voorakkoord met Anderlecht. Maar na een match tegen Waterschei kwam de legendarische Raymond Goethals op me af met de vraag 'Kende gaa een bietsjen Engels? Ne gruute club wilt aa kuupen'. Het bleek te gaan om New York Cosmos. Hij wist dat van een bevriende manager. Na 1 etentje had ik al een mondeling akkoord met New York Cosmos. In het middagnieuws van de BRT werd al gemeld dat ik naar New York vertrok. Maar het verhaal zou nog een derde plotwending kennen. De trainer van Beringen, Kees Rijvers, zag die transfer niet zitten. En in de match tegen Standard, waar de Amerikanen mij een laatste keer zouden komen bekijken alvorens het contract te tekenen, zette hij me op de linksbuiten positie, met Gerets als directe tegenstander, terwijl ik toen al lang als libero speelde. En om de vernedering compleet te maken, werd ik al na een kwartier gewisseld. Cosmos blies de transfer af, en ik ging alsnog naar Anderlecht.
Dat was neem ik aan de beste periode uitje carrière?
Zeker, al na 2 jaar wonnen we met het Anderlecht van de grote dagen de Uefa Cup door in de finale Benfica te kloppen. Ik werd ook nog twee keer kampioen met paars-wit en werd 5 keer geselecteerd voor de Rode Duivels. Toch niet slecht voor een menneke van 'de Buiting'. Later speelde ik ook nog een jaar bij het Oostenrijkse Wenen, bij Lokeren en sloot ik mijn carrière af bij Patro Eisden.
Na zijn carrière runde Walter samen met zijn vrouw Nicole lange tijd het restaurant 't Pannehuys in Heppen. Nadien werkte hij voor cateringbedrijf Carpe Diem in Tongeren en momenteel is Walter het gezicht van brasserie The Mill, het clubhuis van Millennium Golf in Paal.