Ik ben gisteren op 26 mei, verjaard. Precies op een verkiezingsdag. Statistisch gezien is dat volgens mij een zeer kleine kans. Voor mij is het de eerste keer dat die twee gebeurtenissen samenvallen. Er zullen natuurlijk nog mensen zijn die op de dag van verkiezingen verjaren maar statistici, en zij kunnen het weten, zullen moeten beamen dat dit uitzonderlijk is. Ik ben nu 71 en zal het wellicht niet meer meemaken. Alea iacta est, die teerling is geworpen. De verkiezingen hebben hun geheimen ook prijsgegeven. Ook daar is de teerling geworpen. Voor sommige partijen werd die teerling een stevige rotsblok die op hun hoofd is gevallen. Voor de winnaars rolt hij nog steeds verder op de weg van het succes. Wat dat succes mag betekenen weten we nu niet. Wordt het regeringsdeelname of tegen de verwachtingen in toch knarsetandend op de oppositie banken moeten zitten. Vermits we toch genoeg regeringen tellen in dit landje, zal er altijd voor iedereen wel ergens een appeltje voor de dorst uit de kast vallen. ‘Alea iacta est’, de teerling is geworpen. De uitspraak wordt toegeschreven aan Julias Ceasar. Ze dateert uit 49 voor Christus en staat nog altijd overeind. Eigenlijk logisch want het gezegde kan op vele momenten in ons leven gebruikt worden als er iets belangrijks, iets onherroepelijks, iets levensbepalend is gebeurd. Dat kan positief of negatief zijn. Dat kunnen evengoed simpele zaken zijn maar ook gebeurtenissen die het leven een totaal andere wending geven. Iedereen die over zijn leven nadenkt kan zich zeer zeker tal van momenten voor de geest halen waarop ‘alea iacta est’ kon geroepen worden. Ik ga hier mijn privéleven niet uit de doeken doen maar wil toch enkele teerlingmomenten belichten. De eerste keer dat ik een meisje kuste, ik ben ondertussen vergeten of ik de uitspraak van de teerling al kende, had ik toch het vreemde gevoel dat mijn wereld veranderd was. Er is nadien nog veel met de teerlingen geworpen en nog meer gekust. Er is nog iets dat ik de lezer niet wil onthouden en dat is wat mij overkwam in het jaar 1982. Ik kwam toen in contact met de lokale perswereld en mocht beginnen te schrijven in dagblad Het Volk als correspondent van de stad Beringen. Een heel nieuwe wereld ging voor mij open. Het werd een echt scharnierjaar in mijn leven zoals ik er nooit nog één zou kennen. Die schrijfteerling rolt nog steeds verder want ik schrijf nog altijd. Voor mij was dat een gouden teerling, de belangrijkste waarop ‘alea iacta est’ van toepassing was. Maak voor jezelf eens de denkoefening. Je zal merken dat er in ieders leven scharniermomenten nadrukkelijk aanwezig zijn waarop het teerlinggezegde van Julius Ceasar kan gebruikt worden.
(Martin Vanierschot)