Van grootvader, die koster was bij pastoor Cuppens
en het kerkorgel bespeelde, hoorde ik verhalen over
de kunstenaarsbezoeken in de pastorij. Schrijvers,
muzikanten, schilders, ze waren allemaal welkom.
Gezelle, Streuvels, De Vocht, Marie Belpaire,
Hilda Ram, Alice Nahon en zoveel meer vrienden
die elkaars teksten lazen, vertaalden, op muziek zetten.
Zoveel gedeelde schoonheid die groeide met de wijn
die grootvader schonk. Zoveel vrienden die zich thuis
voelden in het dorp waar ‘t Cupke’ God zag tussen alle
mensen in de kerk of op het veld. Mensen met kleine en
grote pijnen. Voor elk een veilig thuisgevoel.
(Ina Stabergh)