In Limburg is de solidariteit met de Oekraïense bevolking groot en dat is niet zo abnormaal. We tellen nog heel veel families met Oekraïense roots. Door de komst van de mijnen kwamen vorige eeuw duizenden mensen uit Oost-Europa terecht in de Limburgse mijnen.
We gingen ons licht opsteken in
Barak 15 in Beringen, dat is een museum dat de Limburgse migratie belicht.
Stadsgids Patrick Heymans gaf ons een interessante rondleiding.
"De eerste jaren van de Limburgse mijnen aan het begin van de 20ste eeuw werkten er vooral lokale mensen maar al snel was er een tekort aan mijnwerkers. En die kwamen vaak uit armere streken zoals toen Oost-Europa. De Russische revolutie in 1917 gevolgd door een burgeroorlog zorgde voor hongersnood in Oekraïne, en toen kwamen de eerste mijnwerkers richting België".
Maar het is vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog dat er veel Russen, Polen en Oekraïners naar Limburg komen.
"Duitsland bezette toen heel Oekraïne en veel inwoners werden in kampen tewerkgesteld, dat waren de zogenaamde Ostarbeiders.
De mijnen in Limburg waren in handen van de Duitsers en veel van die Ostarbeiders moesten in de mijnen werken. Bij het einde van de oorlog zagen de Oekraïners af om terug te keren naar hun land omdat Stalin er nu aan de macht was. Zo bleven ongeveer 9000 Oekraïense burgers in Limburg".
In Barak 15 krijg je het volledig migratieverhaal vanaf 1902 tot 1989.
Wie interesse heeft om Barak 15 te bezoeken, kan terecht bij Toerisme Beringen.