In het
centrum van Beringen wordt momenteel overal gegraven en gewerkt. Het archeologisch onderzoek op de voormalige plek van het stadhuis is al gestart. Maar ook de site van het college en de heraanleg van de markt zorgen nog voor veel graafwerken de komende maanden. In het centrum van Beringen komen dan weer de verhalen boven over de
ondergrondse gangen. Maar zijn deze verhalen nu mythe of werkelijkheid en kunnen de werken nu eindelijk de waarheid bovenhalen? Want volgens een legende zou er een gouden Sint-Pietersbeeld verborgen zitten onder markt. Het beeld zou er verstopt zijn uit angst voor de vele rondtrekkende legers in de 19de eeuw.
In de Vlaamse volksverhalenbank lezen we ook het verhaal van bokkerijders en de binders die werden opgesloten in gangen onder de Beringse Markt
"Onder de markt in Beringen liepen verschillende gangen die naar een grote kelder leidden. De drossaard had die kelder laten bouwen om er de binders van Lummen en de bokkenrijders in op te sluiten. Velen onder hen werden in de kelder onthoofd", staat er te lezen. Het verhaal werd in het dialect genoteerd als volgt: Onder de mêt in Beringen liepen ’t er verschillende gangen. As ge trappen afgingt kwaamt ge in ne groête kelder, een groête vierkante plöts zeker zeven meter diep. Die moet aongeleed zên deur den drossaard Elens. Dao sloot em de binders van ’t land van Lummen en de Bokkerijers in op. Verschilldenden werden ’t er terechtgesteld, die werden dan de kop afgekapt.
Chris Cierpal van de heemkundige kring Kiosk noteerde in het verleden ook een aantal getuigenissen.
“Toen Sylvain Janssens in 1964 een stuk grond achter zijn woning tegen de scheidingsmuur van zijn buurman proper aan het maken was, zakte hij plots door de grond. Hij ontdekte een gang van zowat anderhalve meter die schuin onder de scheidingsmuur doorliep. Later dat jaar volgde na een zwaar onweer met felle regens een nieuwe instorting. De gebroeders Smeulders daalden toen in het gat af en ontdekten de toegang tot een grotere zaal. Die bevond zich op dezelfde diepte als de kelders onder het Drossaardhuis, die onder meer als gevangenis dienden. In het gewelf was de datum 1840 uitgekapt. Spijtig genoeg werd dat toen niet nader onderzocht. En bij de afbraak van het Drosaardhuis vertelde een lid van de familie Elens dat er een toegang was vrijgekomen. Aan de muren zag hij de ijzeren ringen waaraan gevangenen werden geketend. Wat verder daalde het gewelf tot zeven meter onder de markt. Een gang liep vanaf het Drossaardhuis tot aan de pomp op de markt. Was dat de mysterieuze gang onder de markt? Was daar het beeld van Sint-Pieter te vinden? Hij besloot om ’s anderendaags met voldoende uitrusting zijn speurtocht verder te zetten. Maar hij kwam te laat: arbeiders hadden het puin van het Drossaardhuis al in de kelders gestort. Een serieus onderzoek was onmogelijk", vertelt Chris.
Nu is het afwachten of het archeologisch onderzoek iets gaat opleveren. Een nieuwe Beringse goudschat zou welkom zijn.