Vanochtend gaf
Toerisme Vlaanderen de shortlist van de potentiële projecten in het kader van het impulsprogramma Toeristische Hefboomprojecten rond Kernattracties vrij. Het “
Mijnbelevingscentrum Beringen”, het uitgewerkte voorstel van het Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed voor een unieke invulling van de Beringse mijngebouwen, is hierin opgenomen. De herbestemming van de grootste industriële erfgoedsite in Vlaanderen lijkt hiermee in zicht.
“Wij zijn alvast erg blij met dit goede nieuws. Het Mijnbelevingscentrum is het ontbrekende puzzelstuk dat alle afzonderlijke attracties op be-MINE met elkaar zal verbinden. De realisatie van een unieke erfgoedsite in Vlaanderen en de Euregio, dat een grote toeristische meerwaarde en een troef van meer dan nationaal belang voor Limburg zal betekenen, ligt hiermee binnen handbereik,” stelt
gedeputeerde van Toerisme, Cultuur en Erfgoed Igor Philtjens.
De mijn van Beringen was de tweede Limburgse mijn die in productie ging. Op 28 oktober 1989 sloot ze definitief haar deuren. Van alle Limburgse mijnzetels is Beringen de meeste unieke, complete mijnsite. De directie van de Kempische Steenkoolmijnen besloot immers om Beringen-Mijn na haar sluiting zo volledig mogelijk te bewaren, zodat de functie van de mijn voor huidige en latere generaties geduid en beleefbaar kon worden gemaakt. De koolmijn, de mijnterrils en de mijncités vormen er nog één stedenbouwkundig ensemble: alle gebouwen liggen op wandelafstand van elkaar, uniek in de wereld. In 1993 en 1994 werden de belangrijkste gebouwen en installaties als monument beschermd, waarmee de grootste industriële erfgoedsite in Vlaanderen een feit werd.
Onder de noemer be-MINE wordt de site sinds 2009 herbestemd als een toeristisch-recreatief project. Stedelijke functies als wonen, werken en winkelen worden daarbij evenwichtig met elkaar vervlochten. Je vindt op be-MINE reeds een binnen- en buitenzwembad, een winkelboulevard, woongelegenheden, een mountainbikepiste en – sinds kort – een Avonturenberg. Eind oktober opent in de voormalige indikkers de duiktoren TODI, het grootste indoor snorkel- en duikcentrum in Europa. In de nabije toekomst wordt er een lokale school gehuisvest en –
mits groen licht van Vlaanderen – ook het Mijnbelevingscentrum.
De provinciale erfgoeddienst boog zich de afgelopen tijd over een mogelijke nieuwe invulling van de Beringse mijngebouwen. De mijngebouwen vormen immers het hart en het sluitstuk van be-MINE. Net de overweldigende authenticiteit van het gebouwencomplex is de sterkte van de site Beringen-Mijn. Het PCCE ontwikkelde het voorstel “Mijnbelevingscentrum Beringen”, waarbij de belangrijkste elementen sterk tot hun recht komen: een unieke herbestemming met respect voor het verleden en een toeristische aantrekkingskracht tot ver buiten de provinciegrenzen. De opname op de shortlist van mogelijke hefboomprojecten voor Vlaanderen beaamt de kracht en het potentieel van dit vernieuwende voorstel.
Het idee achter het Mijnbelevingscentrum Beringen is dat ze de kers op de taart zal vormen voor be-MINE en bij uitbreiding de hele Limburgse mijnstreek. Het belevingscentrum zal de afzonderlijke attracties op be-MINE verbinden tot een nieuw belevingsconcept van landelijk en zelf internationaal niveau. Hiermee wordt de belevingswaarde van de Beringse mijngebouwen vergroot en worden de bezoekers gestuurd in hun ontdekken van het uitzonderlijke mijnpatrimonium en zijn verhalen.
“Ik ben niet alleen overtuigd van het nut en de kracht van het Mijnbelevingscentrum, maar evenzeer van het gegeven dat het centrum voor een belangrijke toeristische impuls zal zorgen in Beringen, Limburg en Vlaanderen. Mijngeschiedenis maakt immers een niet onbelangrijk deel uit van de industrialiseringsgeschiedenis van Vlaanderen. De ligging in het hart van de Euregio zal toeristen van de omliggende buurlanden lokken naar deze imposante en authentieke gebouwen, die tevens het startpunt zullen vormen voor de ontdekking van de andere Limburgse mijnsites,” aldus gedeputeerde Igor Philtjens.
Geen enkele industriële mijnerfgoedsite in de Euregio doet momenteel wat het mijnbelevingscentrum zal doen: via
storytelling de persoonlijke verhalen van de mijnwerkers verbinden aan de wereld van de techniek en de mijnmachines. Een nieuw, veilig looppad zal de bezoekers door de mijngebouwen leiden. Tijdens een belevingswandeling met onder andere visuele effecten ontdekken ze op 17 bijzondere locaties het industriële mijnerfgoed en de unieke verhalen van de mensen die er woonden, werkten en zwoegden. Een op maat gemaakte educatieve laag voor kinderen en gezinnen zal het belevingscentrum “kidsproof” maken. De gebouwen en haar interieur worden enigszins behouden in de staat waarin ze zich nu bevinden. Het authentieke mijnkarakter zal hierdoor niet verloren gaan. Zwevende passerelles en panoramapunten zullen een totaalzicht geven op wat de mijnen ooit waren, hoe ze ons hebben veranderd en wat ze vandaag betekenen voor de mens en de Limburgse omgeving. Beleving in al haar vormen staat in het beoogde centrum centraal.
Limburg kent diverse mijnattracties, elk met haar eigen uniciteit. Ze mist evenwel
één mijnsite die alle mijnattracties op een unieke manier met elkaar verbindt. Gesteund door de beslissing van de directie van de Kempische Steenkoolmijnen om Beringen-Mijn integraal te behouden, schuift de provincie
Beringen naar voren als toegangspoort om het Limburgse mijnerfgoed te ontdekken. Het belevingscentrum kan het ontbrekende puzzelstukje vormen in het Limburgse mijnlandschap. Gedeputeerde Philtjens bevestigt alvast dit aanvoelen:
“De Limburgse mijnstreek heeft een dergelijke toegangspoort met allure nodig. Met het mijnbelevingscentrum wordt Beringen en be-MINE een aantrekkelijke, dagvullende vrijtetijdslocatie en ook een landelijke attractie. Een plaats die het overkoepelend en samenhangend Limburgse mijnverhaal van mens en machine vertelt.”