In de
Vallei van de Zwarte Beek ter hoogte van Gestel zijn Franse onderzoekers deze week bezig met CO2-metingen. Dit past in het
Europees Interreg Care-Peat project. Met dit project slaan kennisinstellingen en natuurorganisaties uit België, Frankrijk, Ierland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk de handen in elkaar om de CO2-uitstoot te verminderen en de koolstofopslagcapaciteit van verschillende soorten veengebieden in Noordwest Europa te herstellen. Samen ontwikkelen en testen ze nieuwe technieken en sociaal economische strategieën voor koolstof reductie.
In Koersel en Lummen zitten grote hoeveelheden veen die enorm belangrijk zijn voor onze natuur en waterhuishouding.
Veengrond ontstaat als plantenresten niet vergaan, maar onder water, afgesloten van zuurstof, dikke lagen vormen. Een traag proces wat eeuwen duurt. Veengebieden zijn niet alleen habitats met een zeer gespecialiseerde flora en fauna, ze spelen ook een belangrijke rol in de wereldwijde klimaatregulering. Veengebieden op het noordelijk halfrond tellen 3 tot 5% van het totale landoppervlak en bevatten ongeveer 33% van de wereldwijde bodemkoolstof. Daarom hebben veengebieden een sterk natuurlijk potentieel om koolstof te besparen en spelen ze een belangrijke rol in de op de natuur gebaseerde oplossingen voor klimaatverandering.
Eén van de 5 proeflocaties is de Vallei van de Zwarte Beek in Koersel, één van de laatste overblijvende veengebieden in Vlaanderen. In deze vallei werkt
Natuurpunt Beringen al jaren aan het herstel van het veengebied, met als resultaat dat ze erin geslaagd zijn om het veenmos te doen terugkeren. Doordat veenmos en veengrond in staat zijn om veel water vast kan houden, vormen ze een ideale buffer tegen droogte én tegen overstromingen.
Nu gaat ook
Natuurpunt Lummen aan de slag in de bocht van Laren om daar het veen te herstellen. De metingen van zullen hierbij een grote rol spelen.