Het coronavirus treft
de armste wijken het hardst. Dat blijkt uit een analyse van
De Tijd.
In Beringen is de
wijk Onder Stal terug te vinden in de statistieken met felst getroffen wijken.
Voor het eerst is er nu meer info over de link tussen het
coronavirus en sociaal-economisch profiel. Dat gaat niet over het individu, wel over een niveau dat het midden houdt tussen straat en wijk. Dat is de kleinste administratieve eenheid waarvoor de overheid gegevens publiceert. De grenzen ervan worden bepaald door de geografische, stedenbouwkundige en socio-economische kenmerken. Data-analyse door De Tijd leidde tot enkele opmerkelijke conclusies.
"Daarbij is opmerkelijk dat het coronavirus het best gedijt in de allerarmste wijken, met een netto belastbaar inkomen per jaar tussen 7.600 en 14.347 euro. Daar is de kans om met het coronavirus besmet te raken merkelijk hoger", zegt de tijd.
Inwoners uit de armste wijken hebben 2,6 meer kans om besmet te geraken.
"Wijken met minstens een derde inwoners met niet-Europese roots (een van beide grootouders is buiten de EU geboren), blijken gevoeliger voor corona. Weer is er weinig verschil tussen wijken die gesplitst zijn op afkomst, behalve de 10 procent met het hoogste aandeel mensen met niet-Europese roots. Die wijken tellen ruim dubbel zoveel besmettingen als de ‘witste’ wijken. Behalve Borgerhout zijn dat Onder Stal in Beringen en Kouter in Lokeren", becijferde de Tijd.