Zaterdagmorgen 10 oktober om 8u10 vertrok een goedgevulde bus met leden van de cultuurraad – met of zonder partner- aan het Casino , richting
Mons, de voor dit jaar culturele hoofdstad van Europa.
"Na onze aankomst wandelden we naar de Grote Markt waar we in een gezellige zaak een kop koffie of thee en een lekkere croissant aangeboden kregen. Dan werden we in 2 groepen verdeeld en vertrokken we begeleid door een gids voor een
interessante wandeling door het historische gedeelte van Mons.
Onze gids begon met de uitleg van een grote cirkel midden op het Marktplein. Op die plaats wordt elk jaar op de eerste zondag na Pinksteren, het feest van de H. Drievuldigheid, het symbolische gevecht gevoerd van Sint-Joris, geharnast op een paard (symbool van het goede) met de draak (symbool van het kwaad.) Dit wordt voorafgegaan door een stoet met de Gouden koets waarop het schrijn van Sint-Waltrudis door de stad gereden wordt. Dit feest noemt men
‘Dou-dou’ (naar een liedje dat er gezongen wordt)en het prijkt sinds 2005 op de lijst van het
Unesco-Werelderfgoed.
De kerk en het stadhuis konden we wegens een huwelijksplechtigheid niet in de voormiddag bezoeken, dus wandelden we eerst naar het enorme kunstwerk in hout van de
kunstenaar Arne Quinze ‘ The Passenger’ waaraan nog de laatste hand werd gelegd. De eerste versie werd vernield door de aanrijding van een auto. Dan wandelden we via het Pandjeshuis naar de mooie site van het
Belfort dat onlangs prachtig gerenoveerd werd en van waaruit we een mooi uitzicht hadden op de Borinage. De voormiddag werd afgerond met een kort bezoek aan de schatkamer van de kerk.
Na een lekker middagmaal bezochten we nog even de trouwzaal van het Stadhuis met schilderijen van het Dou-Dou-gebeuren. Dan bracht de bus ons naar de ruïnes van het kasteel van de Hertogen van Havré ( 14de – 17de eeuw) dat momenteel geleidelijk aan gerestaureerd wordt.
Onze laatste halte was de
Site van Grand-Hornu, een zeer mooi gerestaureerd historisch
mijnbouwcomplex, eveneens behorend tot het Unesco-Werelderfgoed. Een enthousiaste gids vertelde ons hoe een zekere heer Delorge- met de financiële hulp van zijn echtgenote - de mijnsite uitbouwde tot een goed draaiend geheel waarin verschillende beroepen verenigd werden. De vele huisjes die in de 19de eeuw gebouwd werden voor de arbeiders in en rond de mijn, zijn er nog de stille getuigen van.
Dit bezoek werd afgesloten met een drankje in de cafetaria en daarna werd de terugreis naar Beringen aangevat. Om 20 u arriveerden we weer aan het Casino.
Het was een geslaagde, leerrijke, aangename dag".
Marie-Claire Nickmans- foto's André Caubergs en Valère Moons