Dit is een wat ouder exemplaar. De hoed is onregelmatig afgevlakt en heeft
een diameter van 3 tot 7 cm. is mat groenig-blauw tot grijsoker met een
blauwgroenige tint.
De lamellen zijn breed, zijn aangehecht tot iets aflopend, met als kleur créme
tot grijsgroen. De steel is 3 tot 6 cm lang, is glad wittig tot blauwgroenig met
een witviltige basis.
Het vlees is wit tot bleekgroen en heeft een sterke anijsgeur en deze zwam zou eetbaar zijn.
Voorkomen: tussen bladeren op matig voedselrijke zand en leem en de zwam komt
vrij algemeen voor.