Vandaag werden op het kerkhof van Koersel vijf partizanen herdacht. We kregen van regisseur Eddy Vandepoel en
Koersel door de Jaren de nodige info en foto's. Tijdens de
twee laatste jaren van de oorlog, namelijk in 1943 en ’44, was Limburg een gevaarlijke plek om te leven. Tegen collaborateurs werden aanslagen gepleegd. Maar ook die collaborateurs lieten zich niet onbetuigd. Daardoor ontstond in onze provincie een oog-om-oog-tand-om-tand-mentaliteit. Verzetsgroeperingen en aanhangers van nieuwe-ordebewegingen stonden elkaar naar het leven. Een regelrechte burgeroorlog, een oorlog binnen een oorlog, was aan de gang. Arrestaties, liquidaties, razzia’s werden dagelijkse kost.
Daardoor werden in januari 1944 werden heel wat verzetsmensen opgepakt door de bezetter.
De arrestaties kaderden in een grootscheepse operatie die in opdracht van de Duitsers was opgezet door Emiel Van Thielen, een collaborerende Antwerpenaar die onder het pseudoniem 'Max Günther' Limburg moest zuiveren van het zogezegde ‘terrorisme’. Vooral in Noord- en Midden-Limburg slaagde hij daarin. Max Günther verrichtte daar een 80-tal arrestaties waaronder de vijf partizanen van Koersel.
24 Van die 80 opgepakte partizanen werden ter dood veroordeeld, de 56 anderen werden naar de Duitse concentratiekampen gedeporteerd.
De vijf Koerselse jonge mannen waren bij de 24 ter dood veroordeelden.
Zij kwamen allen in het Fort van Breendonk terecht waar zij hun executie moesten afwachten.
Op 11 april 1944 was het zover. Nadat ze ’s nachts hun afscheidsbrief hadden mogen schrijven aan hun geliefden, werden ze ’s morgens in de vroegte door SS’ers naar de executieplaats geleid. 23 Van hen werden doorgeschoten en één werd opgehangen.
De executie van de 24 Limburgse partizanen had in alle kranten gestaan. Voor de Duitsers en hun handlangers was dit een grote slag die ze thuishaalden.
Na hun dood leken de 24 van de aardboden verdwenen te zijn. De Duitsers gunden de families zelfs niet te rouwen bij hun lijk.
De maanden gingen voorbij en niemand had verwacht dat nog ooit iets van de 24 gefusilleerde partizanen van Breendonk zou worden vernomen. Zij waren gestorven voor het vaderland, zoals dat heet, en werden geboekstaafd als regelrechte martelaren.
Tot... anderhalf jaar na de executie, in augustus 1945, toch nog schot kwam in de zaak. Hoe de lijken van de geëxecuteerden ontdekt werden, is van het niveau van een thriller...
In augustus 1945 nam een familie van een van de tientallen terdoodveroordeelden die ooit op de Nationale Schietbaan in Schaarbeek de dood vonden, het initiatief om het stoffelijk overschot ter plekke terug te vinden. (De Nationale schietbaan of Tir National was een executieoord dat door de Duitsers werd gebruikt om ter dood veroordeelden te fusilleren.)
Een doodskist werd bovengehaald, maar daarin lag niet het verhoopte lichaam. Het ging om iemand anders. Citaat uit de krant ‘Nieuw Limburg’ van 28 augustus 1945: 'Het lijk dat in de kist lag, vertoonde een kleine eigenaardigheid, nl. een zichtbare verhevenheid aan de keel. Bij het opensnijden werd een propje papier gevonden, waarop een gebed en een naam. (Einde citaat)' Het bleek een van de 24 gefusilleerde partizanen van 11 april 1944 te zijn. Toen ging het vlug: het perceel waarop de kist was ontdekt, werd onderzocht en de 23 overige lijken kwamen tevoorschijn.
De verdwenen verzetslui, onder wie de 5 Koerselse jonge mannen, waren gevonden.
In welke staat de stoffelijke overschotten verkeerden, staat plastisch verwoord in de krant: 'Elk der 24 droeg de sporen van één enkel schot of bajonetsteek door het hart en ze waren reeds in zulken gevorderden staat van ontbinding, dat men tot de identificatie moest overgaan door het vaststellen van sommige persoonlijke herkenningstekens of littekens, want de arme slachtoffers hadden als kleding enkel een kaki-broek aan.'
Op 15 december 1945 werden de resten van de geëxecuteerde partizanen naar Hasselt overgebracht. Daar vond twee dagen later een grootse herdenking plaats.
Nadat Limburg de laatste eer had bewezen, werden de 24 slachtoffers van Breendonk op het kerkhof van hun respectievelijke woonplaats ter aarde besteld.
Het resultaat van deze repatriëring maakt duidelijk dat het partizanenverzet tussen 1942 en 1944 vooral in West- en Midden-Limburg ongemeen hevig was. Van de 24 terechtgestelden waren er 11 uit Midden-Limburg afkomstig. Wat West-Limburg betreft: Louis Horemans, Alfons en Clement Schaeken, Albert Cuypers en Alfons Meuris werden in Koersel begraven en Fons Heyligen en Peter Dekelver in Beverlo, terwijl wij weten dat in dezelfde regio partizaan Gust Convens de verzetsplak zwaaide en zijn kompaan Albert Huybrechts tijdens een razzia in Beverlo anno 1943 om het leven kwam.
Op woensdag 19 december 1945 werd er in Koersel een grote plechtigheid georganiseerd om de 5 jongens een waardige rustplaats te geven.
In het gemeentehuis werd een rouwkapel opgericht om aan iedereen de kans te geven hen te groeten. Na het groeten werden de kisten overgebracht naar de kerk, waar de lijkdienst plaatshad.
Daarna dragen collega-partizanen hen naar het kerkhof waar zij door burgemeester Nulens gehuldigd werden.
(Met dank aan Eddy Vandepoel en Koersel door de Jaren)