De vink heeft een zwarte band boven de snavel en is aan de bovenkant
van de kop en de hals grijs van kleur.
Wangen en onderkant zijn roze, ze hebben een zwarte rug en twee
opvallende witte vleugelstrepen.
Het winterkleed van de mannetjes is minder kleurig.
De vrouwtjes hebben grijze wangvlakken en een donker grijs groene bovenkant.
De onderkant is neigend naar vaal geel of grijs-wit.
In de winter zijn de vinken in groepen te zien maar als het broedseizoen begint
worden de mannetjes sterk territoriaal en jagen ze alle rivalen weg.
Vinken voeden zich meestal op de grond met zaden en wat ongewervelden,
ze worden tot 16 cm groot.
Habitat: Bosjes, in parken en tuinen.