De
gewone oeverlibel (Orthetrum Cancellatum) is met haar 44 tot 50 mm lengte groter dan andere oeverlibellen. Het achterlijf is pijlvormig, het begint breed, eindigt in een punt en heeft rechte zijkanten.
Het gezicht is geel tot bruin. Het mannetje
(foto) heeft een blauwgerijpt achterlijf
met een duidelijk zwarte punt. Het borststuk is bruin.
Ze komen vrij algemeen voor en vliegen van begin mei tot eind september met de
hoogste aantallen in juni, juli en de eerste helft van augustus.
Habitat: Allerlei stilstaande en zwak stromende wateren, liefst op plaatsen
met kale oevers.