De
prijzenoorlog tussen de supermarkten, met hoge kortingen en gratis producten, moet worden gestuit. Die gratismentaliteit zorgt voor onleefbare marges, voedselverspilling en milieuvervuiling”, zegt
Vlaams Parlementslid Grete Remen uit Beringen vandaag in een open brief. Remen pleit voor een aanpak naar Frans voorbeeld, waar gratis wordt verboden en er een minimummarge van 10 procent wordt ingevoerd op voedingsproducten. Dat de prijzenoorlog in de supermarkten slachtoffers maakt, is geen geheim. Vooral de boeren die aan de oorsprong liggen van heel wat producten, hebben moeite om met de lage winstmarges het hoofd boven water te houden.
Volgens Grete Remen, zelf CEO van voedingsbedrijf Damhert Nutrition in Heusden-Zolder, moet er dringend een kentering komen in ons voedselbeleid. “Marktaandeel vergaren en streven naar winstmaximalisatie lijken vandaag de enige doelstellingen in de voedingsketen. Een prijzenoorlog tussen supermarkten met hoge kortingen en gratis producten is de norm geworden.Remen kijkt daarvoor naar Frankrijk, waar de regering-Macron eind vorig jaar actie ondernam. “Frankrijk lanceert een minimummarge van 10 procent op voedingsproducten en geeft haar concurrentiewaakhond meer slagkracht om oneerlijke praktijken aan te pakken. Meest opvallende is het verbod op de term ‘gratis’ bij de promotie van voeding. Het land wil zo een einde maken aan de wildgroei van gratis voedingsproducten en de overproductie van voedsel die daarmee gepaard gaat", zegt Remen nog.
Twintig procent van het geproduceerde voedsel in Europa wordt bovendien verspild. Dat kost ons 143 miljard per jaar. In Vlaanderen verspillen we jaarlijks 168.000 ton voedsel. Daar hangt een prijskaartje van 564 miljoen en 673.000 ton CO2 aan vast. Als onderneemster in de voedingssector zie ik supermarkten die tot 16 afvalcontainers vol voedsel per week weggooien. Dit kunnen we toch niet in stand houden?” Remen pleit ervoor om duurzaam consumeren en produceren te stimuleren. “Tegelijkertijd moeten we verspilling en vervuiling beperken en bestraffen. Duurzame producten, seizoensgebonden en lokaal geproduceerd, dat is de toekomst”, zegt Remen tot slot.