We zitten momenteel in een hittegolf en dan komen de verhalen over hete zomers zoals die van 1976 terug naar boven. En daarbij ook de vragen op sociale media of het nu echt wel zo heet is? Heet of niet, iedereen maakt er het beste van. Jongeren genieten aan de Paalse Plas van het zonnige weer, ouderen zorgen dan weer voor extra ventilatie of zetten de airco wat hoger. Maar hittegolven zijn van alle tijden. In
1540 kreunde Amsterdam onder een grote hitte, het jaar werd zelfs het Grote Zonnejaar genoemd. Hoe de situatie in Amsterdam was, werd toen vastgelegd door raadpensionaris Van der Goes, die verslag deed van het bezoek van Keizer Karel V aan de stad dat jaar. De keizer had na één snikhete, doorwaakte nacht genoeg van het vuile stinkende Amsterdam en vertrok. "Veel Amsterdammers bezwijken aan een zonnesteek, hartaanval of verontreinigd drinkwater. Dit drinkwater komt uit de grachten, sloten en putten. Erg onhygiënisch en onsmakelijk, waardoor degenen die het zich kunnen permitteren liever slap bier drinken. Van bacteriën heeft men nog nooit gehoord, water koken om daarmee ziektekiemen te doden doet men niet. De laatmiddeleeuwse Amsterdammer wast zich niet, en zaken als deodorant en parfum om de stank te verdrijven zijn nagenoeg onbekend. De grachten zijn een open riool waar ook slachtafval in geloosd wordt. Zelfs de laatmiddeleeuwse neuzen die wel wat gewend zijn, kunnen deze melange van stinkend volk en dito stad moeilijk aan", lezen we op G-Geschiedenis. Lees het volledig verhaal
via deze link. (
foto Gust Ischen, Beringen gisterenavond)