De vierde en laatste kandidaat voor de
cultuurprijs is
Marijke Henkens uit Paal en dochter van een creatieve familie. Kunst is de rode draad in haar leven.
“Mijn vader heeft me als kind zeker
gestimuleerd om creatief bezig te zijn. Hij was beeldhouwer en houtsnijder en volgde academie. Ook mijn moeder was zeer creatief met borduurwerk waarbij ze eigen ontwerpen maakte. Als kind deed ik eens mee aan een tekenwedstrijd en won daarbij een vlieger. Dat is iets wat je nooit vergeet”, lacht Marijke.
Je bent dan in die richting gaan studeren?
“In het middelbaar heb ik Kunst en Talen gestudeerd en daarna ben ik nog regentaat Plastische Kunsten gaan studeren. Dat was niet zo vanzelfsprekend in die tijd. Gelukkig heeft mijn pa dat gestimuleerd. Eerst wilde ik in het onderwijs gaan maar uiteindelijk ben ik terecht gekomen bij het cultureel centrum van Beringen. In het begin was ik daar veel met kinderen bezig. Met kinderen werken is heel inspirerend. Vandaag ben ik verantwoordelijk voor de jeugdprogrammering. De voldoening bij kinderen is heel groot. Na de jeugdvoorstellingen organiseren we nog toffe activiteiten en tijdens de vakanties zijn er een heleboel workshops waar kinderen en jongeren zich creatief kunnen ontplooien. Ook organiseer ik nog de tentoonstellingen in de galerij van het Casino Beringen”.
Zelf ben je ook nog altijd heel actief als kunstenaar. Welke zijn de leukste projecten waaraan je werkte?
“Mijn eerste grote selectie was in 1996 voor het museum van Deinze en de Leiestreek. Ik had er een klein beeldje staan tegenover een groot en bekend werk van Emile Claus, de bietenoogst. Dat werkje symboliseerde de opstanding, het mannetjes was een doorzetter. En dat is altijd mijn motto gebleven. Ik wil doorzetten in alles wat ik doe.
In 2001 won ik dan de Prijs Beelden Kunsten in Beringen. Dat was voor mij een toffe erkenning. En ik ben ook trots op een beeldengroep die ik maakte voor een psychiatrisch centrum in Menen. En recent was er nog de expo Dead Artists Society in het college van Beringen”.
Je werkt dikwijls met thema’s?
“Altijd gaat het over de underdogs, de slachtoffers van de maatschappij. Zo werkte ik het verleden rond de mijnwerkers, psychiatrische patiënten of soldaten”.
Welke technieken gebruik je?
“Ik werk sinds 2001 voornamelijk met eigen handgeschept papier. Maar in het verleden heb ik ook geschilderd en bronzen beelden gemaakt. Maar nu is het dus voornamelijk handgeschept papier”.
En je hebt ook iets met taarten? “Ja, (lacht) ik heb in 2005 voor het eerst een tentoonstelling gegeven in het teken van de Week van de Smaak. Toen ben ik beginnen bakken om een stukje taart of cake aan de mensen te geven die mijn tentoonstelling bezochten. En dat is sindsdien gebleven. Bakken ontspant mij. Ook bij tentoonstellingen in het Casino van Beringen geven we tijdens recepties zelfgebakken taarten of snoepballetjes”.
En daar heb je dan zelfs een boek over gemaakt?
“Klopt! In 2012 was er het boek ‘Snoepballetjes’. Dat was een heel speciale en toffe belevenis”.
Wat dacht je toen je hoorde van uw nominatie?
“Ik viel bijna van mijn stoel. Ik had daar nog nooit aan gedacht. Het voelt wel goed dat er mensen zijn in Beringen die aan mij denken."
Vanavond weten we wie de winnaar wordt van de cultuurprijs 2015 van de stad Beringen.