De kolenwasserij van Beringen staat uiteindelijk niet op lijst van 7 meeste bedreigde erfgoedsites. En dat is een teleurstelling voor
VVIA, de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie. Het is deze vereniging die de afgelopen maanden hard gewerkt heeft om de mogelijke sloop van de kolenwasserij aan te vechten en in de media te brengen. Gisteren werd aan Minister Bourgeois een
petitielijst met 1135 handtekeningen toegezonden, waarin gepleit wordt voor het behoud van de kolenwasserij. Op deze petitie staan niet alleen handtekeningen van gewone burgers uit Limburg en de rest van Vlaanderen, maar ook van deskundigen, architecten, erfgoedzorgers en conservators uit tal van landen: Nederland, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland, Polen, Portugal, Tsjechië, Zweden,... - zelfs uit de USA, Rusland en Japan kwamen reacties.
„Jammer, maar de kolenwasserij van Beringen werd niet weerhouden voor definitieve lijst van The 7 Most Endangered - de zeven belangrijke maar meest bedreigde erfgoedsites in Europa. Als we kijken naar het grote aantal dossiers dat vorig jaar ingediend werd, en het feit dat te midden van een reeks uitzonderlijke sites en gebouwen, dan was de opname van de kolenwasserij op de shortlist met 12 sites niet alleen een verrassing, maar vooral een duidelijke aanwijzing voor het bijzondere belang van het complex”, laat VVIA weten.
Uit de reacties en commentaren van de afgelopen maanden trekt VVIA toch al een paar
conclusies.
„De opname op de Europese shortlist van The 7 Most Endangered had een signaal moeten zijn aan de verschillende overheden - om minstens een aantal stappen te zetten naar overleg, en het zoeken naar een erfgoedgerichte oplossing of compromis.
Die respons kwam er niet, integendeel. Uit alle boodschappen bleek echter dat overleg met BE-Mine en LRM niet gewenst en zelfs niet mogelijk zou zijn - integendeel. De op de verschillende instellingen en organisaties uitgeoefende druk toonde aan dat er geen nood of behoefte daartoe gevoeld werd, of tot het aantrekken van aanvullende externe en/of Europese deskundigheid’, zegt VVIA .
Een tweede probleem dat tijdens voorbije maanden door VVIA sterk aangevoeld werd is het totaal
ontbreken van een sterk ‘Europees’ imago voor het Limburgs mijnpatrimonium.
De Limburgse mijnbouwsites en initiatieven spelen weinig of geen rol in bestaande of in uitbouw zijnde netwerken rond industrieel en/of mijnbouw-erfgoed. Ze zijn buiten de provincie nauwelijks bekend. Met enkele uitzonderingen (bv net over de grens in Duitsland) is elders veelal onbekend dat er in Limburg zo’n belangrijk erfgoed beschermd is.
Dit gebrek aan bekendheid, goede ‘public relations’ kan binnen de behandeling van dit soort dossiers niet als een sterkte beschouwd worden. De kolenwasserij mist dus nog Europese uitstraling.
„Uit de boodschappen die, naar aanleiding van de opname op de shortlist, door deskundigen uit verschillende Europese landen toegezonden werden, komt duidelijk naar voor welke
unieke plaats de kolenwasserij van Beringen vandaag inneemt.
De kolenwasserij van Beringen is daarom méér dan een ‘Vlaams’ monument.
Door de aandacht die ze kreeg en op basis van vergelijkingen door deskundigen met de toestanden in andere landen, werd ze een ‘Europees’ monument.
Ons land sleept reeds de kwalijke reputatie mee door de afbraak (in 1960) van het Volkshuis van Horta in Brussel en van één van de eerste vermaarde betonconstructie in Europa, de Koninklijke Stapelhuizen in Antwerpen (1990). De sloping van een groot deel van de kolenwasserij van Beringen zal die reputatie zeker nog meer aantasten”, zegt VVIA tot slot.