Moet het
standbeeld van Hubert Droogmans in Stal verdwijnen? Als het van
Eddy Willems afhangt wel. Aan het standbeeld op het Hubert Droogmansplein in Stal werd dit weekend een brief opgehangen met duiding rond de persoon. Als
rechterhand van Leopold II heeft Droogmans bloed aan zijn handen volgens Willems. "Hij was de eerste en belangrijkste rapporteur van Leopold II voor het beheer van Congo Vrijstaat. De Congolezen hebben erg hard geleden onder de rubberoogst, die voor de Belgisch koning belangrijk was. Die oogst ging gepaard met veel geweld. Veel inwoners zijn toen gestorven en Droogmans moet dat geweten hebben".
De vraag om het beeld te verwijderen werd vorig jaar al eens een keer gesteld aan het stadsbestuur. Het buurtcomité hield toen een petitie om het beeld te verwijderen. 50% van de inwoners zien het beeld liever verdwijnen.
"We kregen van de stad toen een negatief advies. Maar nu is de tijd rijp om de vraag nog eens te herahel, nu Leopold II terug volop in de actualiteit staat", zegt Willems nog.
Stephan Put van Monumentenzorg Beringen is het niet eens dat het beeld moet verdwijnen. "We moeten dit kaderen en bekijken in de context van toen. Hubert heeft ook heel veel goeds gedaan voor de arme bevolking van Stal. Hij bouwde met zijn kennis verschillende moderne hoeves in Stal. We kunnen de geschiedenis niet herschrijven. Een beeldenstorm heeft geen zin".
Over het leven van Hubert Droogmans is al veel geschreven en een deel van zijn correspondentie is bewaard in het Rijksarchief van België. Hij wordt ook in aan aantal boeken vermeld die gaan over de misdaden van Koning Leopold II.
Op Wikipedia staat deze beknopte levensloop: "Hubert Droogmans groeide op in Stal en in 1877 studeerde Droogmans af aan het Hoger Handelsinstituut te Antwerpen en ging het daaropvolgende jaar naar Philadelphia waar hij aan de slag ging op het consulaat-generaal.
In 1885 keerde Droogmans terug uit de Verenigde Staten en ging op vraag van zijn stadsgenoot Hubert Van Neuss aan de slag op het departement Financiën van Kongo-Vrijstaat. In september 1894 werd Droogmans er secretaris-generaal. Tot 1900 stond het departement onder leiding van administrateur-generaal Edmond van Eetvelde maar vanaf 1900 rapporteerde Droogmans rechtstreeks aan de koning die vanaf dan de administratie rechtstreeks ging beheren. Hij bleef secretaris-generaal tot bij de opheffing van Kongo-Vrijstaat in 1908. Daarna was Droogmans tot 1911 de allereerste secretaris-generaal van het pas opgerichte ministerie van Koloniën.
Ondertussen was in 1900 het Comité Spécial du Katanga (CSK) gesticht. Dit comité had tot taak te zorgen voor de kolonisatie en de ontwikkeling van de mijnprovincie Katanga dat als nieuw gebied bij Kongo-Vrijstaat was gevoegd. Droogmans werd benoemd tot de allereerste voorzitter en zou dit blijven tot in 1929. In 1904 verschenen onder impuls van Hubert Droogmans de eerste kaarten van Katanga.
In 1906 stichtte koning Leopold II samen met Droogmans en Jean Jadot van de Generale Maatschappij van België de drie zusterbedrijven Union Minière du Haut Katanga, Fominière en de Compagnie du chemin de fer du Bas-Congo au Katanga die het grootste deel van de Kongolese economie zouden beheersen.
Droogmans was lid van de Raad van bestuur van het Rode Kruis van Belgisch-Kongo en was administrateur van het Koningin Elisabethfonds voor de Geneeskundige Hulp aan de Inlanders van Belgisch-Congo (FOREAMI). Verder was hij lid van de Sectie der Natuur- en Geneeskundige Wetenschappen van het Koninklijk Belgisch Koloniaal Instituut en de Hogere Raad voor Koloniale Volksgezondheid.
Hij was intussen ook het dorp waar hij opgroeide niet vergeten. Hij bracht de lokale landbouwers uit Stal nieuwe landbouwtechnieken bij en liet modelboerderijen bouwen. Hij zorgde voor de stichting van een parochie en was medefinancier van de bouw van de eerste kerk in 1909".
In Stal heeft hij een standbeeld, een plein en straat naar hem vernoemd. Burgemeester Vints zal nu de vraag opnieuw bekijken.