François Hemelaers is gepassioneerd door de mijn van Beringen en het leven op de cité. Hij is voorzitter van de erfgoedgroep Citévolk Spreekt, vrijwilliger bij ZLDR Luchtfabriek en een gedreven gids in de mijnstreek. De mogelijke sloop van een deel van de kolenwasserij doet hem dan ook pijn aan het hart. En François wil desnoods geld inzamelen om naar de Raad van State te trekken om de kolenwasserij te redden.
Wat betekent de kolenwasserij voor jou als gids?
Elke (ex)-inwoner van de cité, elke toerist die op bezoek is geweest op het mijnterrein of een wandeling maakte doorheen de cité erkent dat de kolenwasserij van Beringen heel bepalend is voor het beeld dat ze van een mijn hebben. Bovendien is ze nog de enigste van zulk een kaliber in Limburg en ver daarbuiten. Veronderstel dat men de toren van de Mijnkathedraal zou halen, blijft de kerk dan nog zo imponerend? Maar ook als je tijdens een rondleiding op de werkvloer in de kolenwasserij staat, krijg je een heel imponerend beeld en zie je de grootsheid van zo’n mijnsite.
Wat is er zo uniek aan de kolenwasserij?
De kolenwasserij bepaalt het uitzicht van de mijnsite in Beringen-Mijn. Of je het erfgoed bewonderd vanaf de Stationstraat, het Kioskplein, vanaf de parking van Be-MINE of de avonturenberg, het gebouw is alles bepalend. Het is dan ook veelzeggend dat de kolenwasserij bij één van de 12 meest bedreigde erfgoedsite wordt gerekend door een internationaal team van deskundigen.
Je voert zelf ook online actie tegen de mogelijke sloop. Hoe zijn de reacties ?
Vol ongeloof: van dit kan toch niet, tot ik heb slechte voorgevoelens. Wat gaat er de komende jaren nog overblijven? 2 heuvels en 2 gebouwen, ons mijnverleden word stilaan gewist, waarom moet ons verleden verdwijnen? Waar hebben we dat aan te danken?
Wat mij opvalt is, dat er via sociale media, mail of in persoonlijke gesprekken met mensen, tot nu toe nog geen enkele reactie voor verminking van de kolenwasserij is binnen gekomen.
Het leeft wel degelijk bij de plaatselijke mensen en toeristen.
Hebben we niet genoeg aan 2 kolenwasserijen om te bewaren?
Positief is alvast dat er 2 gerestaureerd zijn en straks ook te bezoeken zijn.
De kolenwasserij vormt echter één geheel, elk deel ondersteund het ander.. Als je ze (gedeeltelijk) gaat slopen, zijn er dan geen risico’s voor wat nog blijft staan?
Maar vooral waarom laten Be-MINE en LRM niet toe dat zoals in het buitenland creatievelingen uit België en de rest van de wereld met oplossingen of voorstellen komen voor de nog niet gerestaureerde gedeelten? Waarom (gedeeltelijke) nieuwbouw als er binnen het bestaande mogelijkheden zijn? Belangrijk is dat de site als geheel wordt behouden, niet met verminking, door al of niet gedeeltelijke nieuwbouw.
Is het kostenplaatje uiteindelijk niet te groot om ze alle vier te bewaren?
Ik neem aan dat er voldoende middellen waren toen LRM en BE_MINE de opdracht kregen de geklasseerde mijnsite te restaureren, dat ze toen een degelijk en berekend businessplan hebben opgesteld, rekening houden met wat men kreeg als overheidssubsidies, geld van elke Beringse en Belgische burger, en wat men zelf zou investeren en recupereren van de 550 te bouwen bouweenheden.
Ik vermoed dat de subsidies op zijn, en dat men nu echt met privégeld over de toog moet komen, en dat afbreken dan minder kost dan restaureren. Openbaarheid van cijfers kan hier alleen maar uitsluitsel geven.
Wat zie jij als mogelijke invulling van de kolenwasserij?
Alles behalve een parking. Liefst zaken die passen in het mijnverhaal, mee inspelen op wat er al is. Geen uitbreiding met winkelsketens zoals Albert Heijn of Vandenborne want die heb je bijna in iedere gemeente of stad.
Stel je eens voor dat Studio 100 zich zou engageren, om in de kolenwasserij een indoortraject aan te bieden, waar kinderen en ouders zich kunnen vermaken als het buiten op de avonturenberg te koud of te nat is? Dit aangevuld met overnachtingsmogelijkheden en een ondergrondse simulatie waar bezoekers aan de lijve ondervinden wat werken in de mijn betekende? Waar gezellige horeca, opslagplaatsen voor het mijnarchief, verhuurbare locaties voor (kleine) feesten, vergaderingen, enz aanwezig zijn. In het buitenland bestaan goede voorbeelden van hoe het allemaal wel kan.
Wordt hier een politiek spelletje gespeeld?
Ik vermoed het. Voor (delen van) beschermde gebouwen kan geen sloping toegestaan worden zonder (gedeeltelijke) opheffing van de bescherming. Daarvoor dient de in het decreet vereiste procedure gevolgd te worden. Ik vermoed dat een aantal lobbyisten, politiekers achter de schermen aan het werk zijn, niet in het belang van de inwoners van Beringen en omgeving of het mijnerfgoed in zijn geheel. De slopingsvergunning werd verleend zonder dat de wettelijke bescherming (sedert 1994) van de kolenwasserij opgeheven werd, en zelfs zonder dat daarvoor de vereiste procedure ingezet werd. Wel blijken in allerhande achterkamertjes “afspraken” gemaakt te zijn tussen de verschillende betrokken partijen, politiek, administratie en financiële groepen. Op dinsdag 16 januari was er in Hasselt een (besloten) hoorzitting over deze vergunning, waarbij de verschillende betrokken groepen, die in het verleden bezwaren indienden tegen het verlenen van een slopingsvergunning, echter niet uitgenodigd en gehoord werden. Hoe verklaar je anders dat Beringen als stad de beslissing neemt om geen slopingsvergunning af te leveren, de provincie, slechts enkele maanden later, dat wel doet?
Hoe verklaar je, dat men akkoord gaat dat de stad Beringen nog 8 maanden de tijd krijgt om met oplossingen naar voor te komen? Tel bij maart 2018 acht maanden bij, zitten wij dan niet na de gemeenteraadsverkiezingen?
Persoonlijk vrees ik, dat met het uitgespaarde geld, LRM en Be-MINE andere plannen hebben, dan het unieke erfgoed van Beringen te beschermen. Maar weet dat als men de procedure niet volgt, een procedurefout ingeroepen kan worden, desnoods voor de Raad van State. Daarvoor is 5000 euro nodig, en ik maak me sterk, dat dit geld bijeen gehaald zal worden bij mensen en organisaties met een hart voor het Limburgs Mijnerfgoed.