Op het kerkhof van Beringen kreeg 
Martinus Daniels een nieuwe grafsteen. Het graf was door de loop der jaren verkommerd en zo goed als verdwenen. In aanwezigheid van enkele familieleden werd een nieuwe grafsteen met foto en een rode ster ingehuldigd. Het is een initiatief van Paalonline en Focus History met de steun van de Stad Beringen en ECRU. 
Martinus Daniels wordt geboren in Neerpelt op 10 
september 1921. Zijn familie  verhuist naar Beringen omdat vader in de mijn gaat werken. 
Martinus woont met zijn ouders op de 
Hasseltsestraat 45 in Beringen. Tijdens de oorlogsjaren is het duidelijk dat Martinus niet is opgezet met de Duitse bezetter en Martinus organiseert in 1941 een fietstocht naar een patriottistische vergadering in Tessenderlo. Veel andere feiten of verzetsdaden zijn niet bekend van hem. 
Maar op 10 augustus 1944 wordt 
Dominicus 
Vanderbiesen door twee of drie weerstanders in 
Beverlo doodgeschoten terwijl hij met zijn fiets 
naar zijn werk op de mijn rijdt.
Ook op 27 juni 1944 was al eens op hem geschoten. 
Toen werd hij getroffen door een kogel in de 
rechterarm maar kon hij toch terugschieten en 
namen de weerstanders de vlucht. 
Vanderbiezen is niet zomaar een toevallig 
slachtoffer van het verzet: hij is ter dood 
veroordeeld door de geheime rechtbank van de 
partizanen. Hij is niet alleen lid van de Zwarte 
Brigade, hij is ook een van de vier 
vertrouwensmannen van de Duitse Bergbau op de 
mijn van Beringen, die de productie van steenkool 
controleert en mogelijke sabotage door de 
mijnwerkers verklikt. Zijn echtgenote wordt in de 
buurt aanzien als een gevaarlijke verklikster..
Op 14 augustus wordt Vanderbiezen begraven in 
de kerk van Beringen-Mijn, vermits de kerk van 
Beverlo nog niet hersteld is na het bombardement 
van 12 mei 1944 op Beverlo.
De bevolking houdt zich afzijdig op de begrafenis, alleen enkele 
tientallen mannen van de Zwarte Brigade 
begeleiden de kist. Onder hen zijn wel Theo 
Brouns, de gouwleider van het VNV in Limburg en 
Lode Huygen, provinciaal commandant van de 
Zwarte Brigade. Twee van de rouwenden zijn 
gewapend met een mitraillette, om de aanwezigen 
te beschermen.
Komend uit de richting van Beverlo trekt de stoet 
naar Beringen-Mijn. Voorbij de spoorwegbrug, aan 
de rechterzijde van de weg, staat het huis van 
dokter Deferme...
Martinus Daniels gaat precies die morgen naar dokter 
Deferme in Beringen-Mijn. Hij heeft, zoals veel 
koolputters, last van zweren. Vermits de dokter 
nog bezig is met een andere patiënt, wacht Daniels 
buiten zijn beurt af, op de dorpel van de voordeur. 
Daar zit trouwens ook al Camps, een andere 
mijnwerker, te wachten. Na de oorlog blijkt dat hij 
van zijn sectieoverste bij het Geheim Leger de 
opdracht heeft gekregen om ”na te gaan welke 
personen de lijkstoet volgden.”
De lijkstoet komt voorbij… Daniels en Camps 
vertikken het van recht te staan en het lijk te 
groeten…
VNV- burgemeester Moons van Koersel stapt mee 
op in de stoet en ziet de mannen zitten. Hij gaat 
onmiddellijk naar Raymond Peeters, de leider van 
de Zwarte Politie van Tessenderlo en zegt: Die twee 
moet ge aanhouden… 
Enkele leden van de groep 
laden hun geweer, verlaten de rouwstoet, 
omsingelen het huis en pakken Camps en Daniels 
op. Ze moeten nog even meelopen in de 
begrafenisstoet en dan worden ze naar Beverlodorp gevoerd, waar het Vlaamsch Huis gevestigd 
is, de verzamelplaats van de ‘zwarten’. Daar 
worden ze gefouilleerd en duchtig afgeslagen met 
de gordelriemen (praktisch, altijd bij de hand en 
met zware ijzeren gesp). Nadien worden ze 
opgesloten in het varkenshok. 
Pas bij een tweede ‘verhoor’, of beter: afranseling, 
merkt iemand de ringen op van Daniels: hij draagt 
twee aluminium ringen met ingekerfd… in de ene 
een ster, in de andere een hamer en sikkel. Dit 
betekent zijn doodvonnis. Hij heeft goed zeggen 
dat hij die ringen in de mijn gekregen heeft van een 
Russische krijgsgevangene. Wellicht bracht hij 
regelmatig enkele sneden brood mee voor de 
krijgsgevangenen die opgesloten zaten in het 
gevangenenkamp van Beringen (later genoemd: het 
Baltisch kamp)…
Na de ontdekking van de twee ringen is het voor 
Peeters duidelijk: Daniels is een “terrorist” en moet 
nog diezelfde dag geëxecuteerd worden. Een proces 
is niet nodig. De Stad Beringen bekostigt de begrafeniskosten. Omdat de familie nadien wegtrok uit Beringen geraakte het graf verwaarloosd. Nu is er dus een nieuwe grafsteen voor Martinus.