Naar jaarlijkse gewoonte organiseert de werkgroep
‘Rouwende Mensen Nabij’ van Koersel, in de periode van Allerheiligen een voordracht over verlies en rouw. Iedereen die te maken had met een overlijden of ander verlies was welkom. Ontmoeten was het belangrijkste doel van de samenkomst. Na een korte gebedsviering in de parochiekerk, hield
rouwconsulente Kris Gelaude voor een goed gevulde zaal een serene voordracht.
“Wat je in leven houdt, is de liefde waaraan je zult sterven.” Met deze mooie zin van de Vlaamse schrijver
Clem Schouwenaars begon ze haar lezing.
"Elke dag worden veel mensen geconfronteerd met de dood van een dierbare. Zo’n verlies is één van de ingrijpendste en verdrietigste gebeurtenissen in een mensenleven. Van het ene op het andere moment is de naaste definitief weg. Dat afscheid verandert het leven voor altijd. Ook wanneer het niet onverwacht kwam. Nabestaanden, zoals de partner, de ouders of de kinderen, worden vaak niet alleen overweldigd door verdriet, maar ook door gevoelens van verbijstering, ongeloof of woede. Mensen zeggen achteraf wel dat ze het gevoel hadden gek te worden of verdoofd te zijn.
Ieder heeft zijn eigen manier van rouwen. De duur en uitingsvormen van rouw kunnen sterk verschillen
Je beslist zelf hoe dood iemand is, in je hart kan iemand verder leven. Wat je ogen niet meer kunnen zien en wat je handen niet meer kunnen vasthouden dat kun je wel altijd in je hart blijven voelen.Je kan niet praten met iemand die er niet meer is. Je kan niet luisteren naar iemand die er niet meer is. Maar je kan nog houden van iemand die er niet meer is. Je moet de overledene levend houden, want bij elk afscheid wordt een herinnering geboren".
Verder lichte ze toe dat de tijd geen wonden heelt, de tijd leert je leven met verdriet en wachten tot je weer schoonheid ziet.
Na een koffiepauze konden er vragen worden gesteld. Met een dankwoord aan Kris werd de ontmoetingsnamiddag afgesloten en velen keerden met wat meer moed huiswaarts.
(Jean Beerten)