Het aantal zaken van
phishing stijgt zienderogen, dat blijkt uit de jaarcijfers van de lokale politie en andere instanties. Ook
advocaat Wesley Jeunen uit Beringen kreeg de afgelopen maanden opvallend veel vragen hierover. En wat opvalt: de
banken steken vaak hun kop in het zand. Het is een onderwerp dat de laatste tijd wekelijks terugkeert in verschillende media, phishing. Het aantal slachtoffers stijgt zienderogen en ook de vormen van oplichting zijn ondertussen niet meer te tellen. Waar het vroeger ging over een exotische prins die in gebroken Engels beloofde om een verloren erfenis over te maken, neemt men nu telefoonnummers van bestaande firma’s over (spoofing), vervalst men facturen, doet men zich voor als de belastingsdienst of zelfs op overtuigende manier als een familielid dat in financiële nood zit. Wat al deze oplichtingspraktijken gemeen hebben, is dat het moeilijk is om een dader te vinden en als die al gevonden wordt, blijkt het vaak om een kleine vis in de organisatie te gaan die niet over de middelen beschikt om de slachtoffers terug te betalen.
"Er is echter nog een andere mogelijkheid, een terugbetaling via de bank", zegt Berings advocaat Wesley Jeunen.
"Een mogelijkheid die door veel banken angstvallig wordt verborgen. De klant wordt voorgehouden dat hij of zij zelf een fout heeft begaan of dat er geen verzekering is genomen voor deze schade. Daarmee houdt het verhaal voor de bank dan op".
Maar deze argumenten doen volgens Jeunen niet ter zake. Zowel in België als op Europees niveau voorziet de wet een verregaande bescherming die uitgevoerd moet worden door de bank.
"Alles draait om het principe van de niet-toegestane betaling. Het lijkt een simpel concept: er was geen toestemming voor de betaling aan een criminele organisatie, de betaler mag daarvoor geen verlies dragen en het is de betalingsinstelling, meestal de bank, die moet terugbetalen. Enige uitzondering op dit principe zijn zaken waarbij het slachtoffer zelf fraude heeft gepleegd of waarin hij of zij grof nalatig is geweest. De bank zegt de voorbije jaren steeds sneller dat de klant grof nalatig is geweest. 'Men moet maar weten dat phishing bestaat en niet in de val trappen', is dan het argument. Deze poging om de zaak af te schuiven is uiteraard het gevolg van het grote aantal vorderingen die de banken anders vrezen te ontvangen", zegt Jeunen nog.
'Grof' nalatig is echter totaal iets anders dan 'gewoon' nalatig en de wet is nu eenmaal de wet. De rechtbanken vinden bijvoorbeeld grof nalatig: je bankkaart buiten de kluis achterlaten in een hotelkamer of je pincode doorgeven aan een derde of je bankkaart bewaren samen met een papiertje waarop je pincode staat vermeld. Zaken waarvan elke normale gebruiker van een betaalkaart weet dat deze aanleiding kunnen geven tot diefstal.
"In de meeste gevallen ligt dit dus niet voor. Men wordt misleid door organisaties die er hun dagtaak van maken om te misleiden. De betaler kan dan hoogstens een franchise van 50 euro verliezen omdat hij eventueel vermoedens had kunnen hebben dat er iets niet correct was aan de transactie. Al de overige gestolen gelden dienen door de bank terugbetaald te worden", zegt Jeunen kordaat.
Welke stappen moet je dan nemen nadat je fraude met je rekening ontdekt?
1) Bel eerst Cardstop, onmiddellijk bij elk vermoeden van diefstal via je rekening: tel. 078 170 170.
2) Contacteer daarna de bank, leg de situatie uit.
3) Leg klacht neer bij de politie.
4) Vraag uitdrukkelijk een terugbetaling van de bank, met kopie van je proces-verbaal. Doe dit schriftelijk.
5) Bij weigering leg je klacht neer bij Ombudsfin
via https://www.ombudsfin.be/nl/particulieren/klacht-indienen. Voeg het proces-verbaal toe, je vraag aan de bank voor terugbetaling en hun antwoord. Ombudsfin is een overheidsinstantie die dan een advies zal opstellen met vraag aan de bank om dit advies na te leven.
6) Weigert de bank na positief advies van Ombudsfin nog steeds om terug te betalen? Contacteer dan een advocaat en dwing je rechten af. Maak met de advocaat goede afspraken. Zijn of haar kosten kunnen ook verhaald worden bij de tegenpartij via de rechtsplegingsvergoeding. Ook de gerechtskosten dienen vergoed door de partij die in het ongelijk wordt gesteld.
"Kortom: als slachtoffer van phishing hoef je geen angst te hebben om het op te nemen tegen een grote onderneming. De ruime bescherming die de wet voorziet, gekoppeld aan een positief advies van Ombudsfin en een raadsman met wie je goede financiële afspraken maakt, zorgen voor een uitstekende manier om je geld terug te krijgen", zegt Wesley Jeunen tot slot.