Deze
pijlstaartvlinder heeft door de manier waarmee hij snel van bloem tot bloem
vliegt en voor het opnemen van
nectar uit de bloem stil hangt in de vlucht, veel weg
van een
kolibrie.
In de vlucht is de oranjebruine kleur van de achtervleugel en van de onderkant van de
voorvleugel duidelijk zichtbaar. De bovenkant van de voor vleugel, de kop, het borststuk
en een groot deel van het achterlijf zijn warm bruin met een grijsachtige tint. De lengte van de voorvleugel is circa 20 tot 24 mm.
Vliegtijd: Van februari tot november, de meeste waarnemingen worden in augustus gedaan.
Habitat: Vrijwel in alle biotopen, ook in tuinen.