Het aantal personen die een (equivalent) leefloon ontvangen in Beringen is het voorbije jaar plots sterk gestegen, dat stelt de Beringse OCMW-fractie van N-VA vast na lezing van de Stadsmonitor. Een evolutie die de N-VA zorgen baart gezien de groei vooral jongeren lijkt te treffen. In de periode 2012-2016 was er reeds een lichte stijging merkbaar. Beringen kende toen een stijging van 2,3 naar 2,9 personen met een leefloon per 1000 inwoners. Het gemiddelde van vergelijkbare steden en gemeenten volgens de Belfius-indeling bedroeg 2,6 in 2012 en 2,5 in 2016. Voor het jaar 2017 zit Beringen plots op 4,1 personen met een leefloon per 1000 inwoners. Het gemiddelde in de Belfius-cluster zit een stuk lager op 2,9 per 1000 inwoners. Beringen groeit daarmee sneller dan andere, verglijkbare steden en gemeenten richting het Vlaams gemiddelde dat op 6,0 per 1000 inwoners zit.
“Op de voorbije OCMW-raad vroegen wij reeds inzage in de cijfers. Er werd toen gezegd dat deze nog niet beschikbaar waren binnen het OCMW. Nu stellen wij vast dat stadsmonitor Vlaanderen die begin deze week gepubliceerd werd wél cijfers van Beringen heeft ontvangen. Wij springen plots een stuk over het gemiddelde binnen de Belfius-cluster. Houthalen telt bijvoorbeeld maar 3,9 personen met een leefloon per 1000 inwoners, Heusden 2,7,” zegt René Vosch, OCMW-raadslid voor N-VA.
De situatie bij jongeren tussen 18 en 24 jaar is nog erger. Daar stijgt Beringen van 4,9 per 1000 jongeren in 2012 naar 13,5 per 1000 jongeren nu. De huidige situatie in Houthalen-Helchteren is 8,4 per 1000 jongeren, in Heusden 8,3 per 1000.
“Deze evolutie is zorgwekkend, zeker wat betreft het aantal jongeren met een leefloon. Houthalen en Heusden zijn volgens Belfius vergelijkbare gemeentes in de omgeving die het voorheen slechter deden als ons maar die nu een pak beter scoren. Wij zullen hierover dan ook zeker een aantal vragen stellen op de OCMW-raad in april,” zegt Walter Willems die deel uitmaakt van het Bijzonder Comité Sociale Dienst.
Hilal Yalçin, voorzitter van het OCMW Beringen relativeert de cijfers.
"Wij beschikken enkel over de gegevens van de POD MI die tot en met september 2017 zijn aangevuld. Tot op vandaag zijn de gegevens van de laatste maanden van 2017 niet ingevuld op de website van de federale overheidsdienst. Dit is ook de reden waarom deze gegevens niet bekendgemaakt konden worden op de raadszitting van 20 februari . De Stadsmonitor gebruikt de cijfers van de maand januari 2017 en niet het totaal jaarcijfer. Dus dit maakt wel een groot verschil uit", reageert OCMW-voorzitter Hilal Yalçin.
Op basis van de gegevens van de voorbije jaren, hebben we wel degelijk altijd teruggekoppeld naar de OCMW-Raad en hen gewezen op de stijging van de laatste jaren.
(2012 229 dossiers (149 +80)
2013 242 dossiers (161 +81)
2014 238 dossiers (176 +62)
2015 283 dossiers (212 + 71)
2016 326 dossiers (240 +86)
2017 tot en met september 302 dossiers (253 +49))
“Dit zijn cijfers die nota bene bij de Eindevaluatie Acties 2017 bekendgemaakt zijn op de OCMW raad van februari 2017. Dus de verwondering van de NV.A fractie hierover vind ik wat verbazend om het zacht uit te drukken”, stelt OCMW-voorzitter Hilal Yalçin.
"De cijfers van de jongeren geven de juiste trend. We moeten er hier echter wel rekening mee houden dat Beringen een veel jongere gemeente is dan het gemiddelde van de Belfius-cluster. Daarenboven zijn we een OCMW dat bijvoorbeeld veel kansen biedt aan studenten in moeilijke situaties om toch verder te kunnen studeren met een leefloon. Dit is een bewuste keuze van ons OCMW en daar ben ik fier op” besluit Hilal Yalçin.
Recentste nieuws Beringen