Burgemeester Webers is heel blij met het nieuws dat deze morgen werd verspreid door Vlaams minister van toerisme Ben Weyts.
"Dit is voor ons de kers op de taart. Be-MINE wordt nu een volwaardig belevingscentrum. Als stad gaan we zelf ook nog 1.2 miljoen investeren in het belevingscentrum. De hele site van be-MINE zal nog groeien wat goed is voor het toerisme en goed voor onze economie. Ik wil ook nog deputé Igor Philtjens bedanken; hij heeft echt zijn nek uitgestoken voor dit project", zegt Webers.
Schepen van toerisme Gilbert Lambrechts is al even gelukkig.
"Ik ben natuurlijk zeer blij met de steun die we als stad krijgen. Het zal be-MINE en Beringen op toeristisch vlak nog meer op de kaart zetten", zegt schepen Lambrechts.
Schepen van stadsontwikkeling Anne Cuypers: "Dat is fantastisch nieuws. Hier hebben we altijd op gehoopt en ik ben heel blij dat Vlaanderen het groen licht geeft. We hebben aan dit dossier heel hard gewerkt vanuit de provincie en via onze diensten".
Ook N-VA Beringen reageert positief.
“Voor Beringen voorziet onze minister alweer bijna 3,6 miljoen. Nog nooit heeft Beringen meer subsidies gekregen van de Vlaamse overheid om projecten te realiseren dan deze legislatuur. Met deze ontwikkeling moet Beringen nog meer haar troeven als toeristische trekpleister in West Limburg kunnen uitspelen", zegt
Werner Janssen, N-VA kamerlid en gemeenteraadslid.
An Moons van
Open vld Beringen: “Dit is zeer goed nieuws voor de toekomst van de mijnsite en voor het toerisme in Beringen. Het is ook fijn dat Vlaanderen en de provincie geloven in onze stad. Er stelt zich wel nog één vraag: wat met de bestaande collectie waarvoor vrijwilligers zich al lang inzetten m.a.w. wat met het in 2012 vernieuwde Mijnmuseum? De provincie mag vanaf 2018 geen museum meer inrichten, maar een stad wel. Wij pleiten er dan ook voor om de
museumfunctie te behouden en te versterken met oog op het behoud van de collectie en de zorg ervan. Dit zal de kwaliteit en de toeristische en culturele uitstraling van be-MINE PIT alleen maar ten goede komen.”