De
Beringse soldatenkapel in de Everselstraat ligt er al jaren verkommerd bij. Uitgerekend in de meimaand waar kapelletjes extra in de kijker staan en we ook het einde van de Tweede Wereldoorlog herdenken, valt de vervallen toestand extra op. De Soldatenkapel is al jaren onderwerp van discussie. De kapel staat in de voortuin van een huis en in de notariële akte staat dat wie het huis koopt de kapel moet onderhouden maar dat is in het verleden door verschillende eigenaars niet gebeurd. Al meer dan 12 jaar werd er gepalaverd tussen Monumentenzorg, de verschillende eigenaars en de stad Beringen.
De vorige eigenaars haalden in 2018 nog het nationaal nieuws toen ze zich ongelukkig uitlieten over de kapel. Ze vonden de kapel niet passen bij hun woning en vroegen om de kapel te verplaatsen.
Nu komt er eindelijk schot in de zaak. In het kader van Jong Red Oud heeft Monumentenzorg Beringen voor de soldatenkapel een project ingediend bij de provincie voor de restauratie, aanleg omgeving en ontsluiting.
"We hebben intussen met de Spectrumcollege besprekingen gehad en zij staan er positief tegenover. Enkel heeft de coronacrisis er de domper op gezet", zegt
Stephan Put van Monumentenzorg Beringen.
"Van zodra de coronamaatregelen versoepeld zijn, zal dit overleg opnieuw ingepland worden. Dan kan er in overleg met de eigenaars een plan van aanpak voor de restauratie opgemaakt worden", zegt schepen van erfgoed An Moons nog.
De kapel werd in 1915 tijdens de
Eerste Wereldoorlog gebouwd op de plaats waar vier soldaten gesneuveld waren. De vier Belgische soldaten werden op 27 september 1914 doodgeschoten tijdens de verdediging van Beringen tegen de Duitse invallers. Zowat vijftig meter daarvandaan woonden de ouders van Fil Schroyen, die aan het front was. Zijn moeder had beloofd een kapel te bouwen als Fil levend zou terugkomen. Op de daarvoor bestemde plaats had men al een treurwilg uitgedaan, en precies in dat gat waren de vier soldaten gaan schuilen. Volgens een ander verhaal waren de vier in de buurt dood geschoten en had men ze maar begraven in de kuil die er al was. Aan het kruisje hing een gedicht dat meester Quintens had geschreven. De eerste strofe luidde: ‘Sluimert zacht hier langs de straten/ Sluimert zacht in ’t Beeringsch zand/ Gij heldhaftige soldaten,/ Die hier vielt voor ’t vaderland’.
(foto Patrick Cosemans)