Geert Bourgeois, Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, heeft twee boerenschansen of vluchtschansen (in Beringen en in As)
voorlopig beschermd als archeologische site.
“Schansen zijn in feite ‘minidorpen’ en bieden uitzonderlijke informatie over het leven van de plattelandsbevolking in de zeventiende en achttiende eeuw. Schansen die in het landschap goed bewaard gebleven zijn en nooit werden bebouwd, zoals de schans van Korspel, hebben dan ook een belangrijke archeologische en wetenschappelijke waarde.”, aldus minister-president Geert Bourgeois.
De Zuidelijke Nederlanden vormen vanaf het midden van de zestiende eeuw tot en met het begin van de achttiende eeuw voortdurend het decor van strijdtoneel. Voor de plattelandsbevolking is het een periode van plundering, gijzeling, uitbuiting, geweldpleging, armoede en ellende. Aangezien ze van de hogere overheden geen hulp krijgt, moet de boerenbevolking zelf voor bescherming en verdediging zorgen.
Vanaf het eind van de zestiende eeuw neemt de boerenbevolking haar toevlucht tot kleine vluchtoorden die haar beschermen tegen plunderende soldaten: de schansen; ook vluchtschansen of boerenschansen genoemd. Op de Limburgse zandgronden bouwt vrijwel ieder dorp of gehucht een schans om mensen en vee in veiligheid te brengen.
Over de geschiedenis en interne structuur van schansen is tot nu toe weinig bekend. Het archeologisch bodemarchief is de voornaamste overgebleven bron van informatie om de oprichting van en de organisatie binnen schansen te kunnen begrijpen.
Na de voorlopige bescherming organiseren de gemeentebesturen een openbaar onderzoek. Op die manier heeft iedereen de kans om opmerkingen of bezwaren kenbaar te maken bij de gemeente. Binnen negen maanden beslist minister-president Geert Bourgeois over een definitieve bescherming.