In de week tegen pesten brengen de
directies van het Spectrumcollege deze problematiek en de bijhorende kansen extra onder de aandacht. Elke directie tekende daartoe
vier stippen op de hand. Ze symboliseren vier krachtige afspraken die pesten tegengaan:
Ik vind pesten niet oké en zal er nooit aan meedoen!
Ik praat erover als pesten mij bang of verdrietig maakt.
Ik sluit niemand uit, voor mij hoort iedereen erbij!
Ik zal altijd proberen op te komen voor iemand die gepest wordt.
In het Spectrumcollege zeggen ze niet “nee” tegen de pester, maar “nee” tegen zijn pestgedrag. Ze reiken deze leerlingen net de hand opdat ze inzicht krijgen in de effecten van hun gedrag en ze op een positieve manier leren bijdragen tot het klas- en schoolklimaat.
“We zeggen altijd volmondig ‘ja’ tegen slachtoffers. We praten met hen en zoeken naar oplossingen. We gaan niet louter aan hun zelfvertrouwen werken, omdat dat de verantwoordelijkheid onterecht bij het slachtoffer legt. Pesten is een interactioneel gegeven. Dat willen we ook zo aanpakken”, getuigen de directies.
Expert Gie Deboutte weet uit vijftien jaar onderzoek dat pesten erg groepsgebonden gedrag is. Pesters hebben een uitgesproken behoefte om erbij te horen, zich te profileren en erkend te worden. Ze zijn op zoek naar invloed en hun status groeit, ook door negatief gedrag. Preventief werken aan een warm, verbonden klasklimaat, waar aandacht is voor welbevinden, gedrag en de plek van elke leerling in de groep, zet het Spectrumcollege daarom voorop. Omdat leerlingbegeleiders en leerkrachten dagdagelijks aan welbevinden werken, willen de directies hen, maar ook de slachtoffers van pesters, de pesters zelf en de medeleerlingen via deze actie een hart onder de riem steken. “Want samen zullen we altijd het verschil maken”, zo zeggen ze in koor.