Er staat na lange tijd
terug een perroen op de markt van Beringen. Met het opnieuw oprichten van een perroen wil stad Beringen haar heemkundige geschiedenis sterker integreren in het straatbeeld.
Een perroen is terug te vinden in de zogenaamde ‘Bonnes Villes’ of ‘Goede Steden’. Deze steden in het vroegere Prinsbisdom Luik hadden een zekere vorm van vrijheid, autonomie en gerechtigheid. Een perroen omvat een zuil met daarop een pijnappel en een kruis en staat symbool voor deze stadsvrijheden. Dit geheel rust op een verhoging van 3 tot 5 treden. Een perroen lag vaak centraal op een marktplein en het was de locatie waar het stadsbestuur officiële beslissingen kenbaar maakte en nieuwe wetten publiek afgekondigde.
Het perroen van Beringen is te zien op een gravure van prentkunstenaar Robert Péril getekend rond 1510. Het gaat hier wellicht om de oudste afbeelding van het perroen. Op deze schets is ook de toenmalige kerk en de vroegere stadsomwalling met zijn drie stadspoorten en twee ingebouwde torens goed te zien.
“We zijn heel trots dat er terug een perroen op de markt van Beringen staat. Het perroen vertelt een geschiedenis van onze stad die bij de Beringenaren nog te weinig bekend is. Door de terugkeer van het perroen willen we deze geschiedenis meer zichtbaar maken voor onze inwoners en toeristen, en hen prikkelen om meer te weten te komen over dit verleden. Ook voor scholen biedt het mogelijkheden om op een toegankelijke manier met dit verleden kennis te maken. Het perroen is de eerste stap in de erfgoedontsluiting van de markt van Beringen”, verduidelijkt schepen van Erfgoed An Moons.
Er waren 10 Loonse ‘Goede Steden’, elk met een perroen: Beringen, Bilzen, Borgloon, Bree, Hamont, Hasselt, Herk-de-Stad, Maaseik, Peer en Stokkem.
“Vandaag vind je in elk van deze steden nog een verwijzing terug naar het vroegere perroen en vanaf vandaag ook in Beringen. Met het oprichten van het perroen zijn de werken op de markt bijna volledig afgerond”, besluit schepen van Openbare Werken Jean Vanhees.
Voor het oprichten van het monument kon stad Beringen rekenen op een subsidie van de provincie Limburg.