Het
zwanenkoppel aan de Paalse Plas heeft zes jongen. De ouders zwemmen trots rond met hun kroost.
Het vrouwtje broedt in 30-40 dagen gemiddeld zes eieren uit. Ondertussen houdt het mannetje de wacht. Bij het verdedigen van hun broedsel kunnen mannetjes behoorlijk agressief zijn. De nestjongen hebben nog een grijze of bruine donsvacht en een relatief korte hals. Al een paar uur na het uitkomen, kunnen ze lopen en zwemmen. Het zijn dus nestvlieders. Gedurende enkele maanden worden de jongen door beide ouders warm gehouden en bewaakt. Voedsel zoeken doen ze zelf. Na de winter worden de jongen uit het territorium verjaagd door de ouders
. (Bart Liesenborgs)