Deze zomer ontving Hans Put
vijf duo's op een speciale plaats. Het 5de en laatste interview vond plaats op de markt in Beringen. Op een bankje bij valavond polste Hans naar de gemeenschappelijke banden tussen burgemeester
Maurice Webers en N-VA gemeenteraadslid en federaal parlementslid
Werner Janssen.
Waar zijn jullie geboren en getogen?
Maurice: Ik ben geboren in 1962 in het oude ziekenhuis in Koersel. Ik ben opgegroeid in Korspel en woon sinds 6 jaar in Beringen-Centrum.
Werner : Ik ben geboren in Heusden in 1969, heb tot 10 jaar in Tessenderlo gewoond, dan in Eversel, in Antwerpen, in Houthalen en nu woon ik sinds 22 jaar in Koersel.
Heb je een leuke kindertijd gehad?
Maurice: ja, ik had fijne ouders, heb 3 jaar geleden mijn vader moeten afgeven. Gelukkig hebben we onze lieve moeder nog.
Ik hield van basket, met mijn vrienden maakte ik kampen, boomhutten, iglo’s als het sneeuwde… Ik was bij de scouts in Leopoldsburg, in Korspel waren er geen. Op stap gaan deed ik ook graag.
Werner : ik had ook een fijne thuis, volgde tekenles, had veel kameraden. Ik woonde in Eversel, maar was bij de scouts in Beringen, want in Heusden was er geen afdeling. Ik ging geregeld naar Torhout-Werchter en tot 3 jaar geleden naar Pukkelpop. Ik was een goeie klant van de Humanus: dat was een legendarisch café. Het had wel geen goede naam, maar toch zat het altijd vol en er is zelden iets gebeurd. We kwamen daar samen met de scouts en van daaruit gingen we dan verder uit.
Maurice: de Humanus, dat was echt wel legendarisch. De periode van ‘panda’ en ‘briebel’ dat was geweldig. Ik herinner me nog de dag dat we de voorgevel geverfd hebben, dat was een memorabel moment….en heel veel pintjes uiteraard. Iedereen kende daar iedereen. Een echt jeugdcafé missen we nu in Beringen wel.
Zijn jullie ook sportief?
Maurice: Op 11 à 12-jarige leeftijd ben ik in het College in Beringen begonnen met basket. Op mijn 18de ben ik naar Hasselt gegaan en dan naar Lummen. Dat was mijn schoonste tijd. Nu heb ik weinig tijd voor sport, maar ik probeer zoveel mogelijk met de fiets naar mijn werk op de gemeente te rijden.
Werner : Toen ik jong was, had ik geen sportieve ambities. Op zeker ogenblik woog ik bijna 100 kg en toen heb ik me voorgenomen om op mijn 40ste de marathon te gaan lopen. Dat heb ik dan ook gedaan in Antwerpen. Nu heb ik nog weinig tijd voor sport.
Wat heb je gestudeerd?
Maurice: Aan het KTA in Beverlo volgde ik een technische richting, maar ik studeerde niet graag. Daarna ben ik marketing gaan studeren en ben ik vertegenwoordiger geworden. Nadien ben ik aan de slag gegaan in het labo van de mijn in Beringen.
Werner : Ik beëindigde de A2 electro-mechanica. Nadien volgde ik nog een D-cursus om te mogen lesgeven, maar dat heb ik nooit gedaan. Ik heb gewerkt bij Kautex in Tessenderlo waar ze benzinetanks maken en bij HBB (centrale verwarming). Dan ben ik verkozen in het Parlement.
Wat voor werk heb je gedaan?
Maurice: Gedurende een aantal jaren was ik vertegenwoordiger in sanitaire kunststofleidingen, daarna werkte ik 7 à 8 jaar als bovengronds mijnwerker in het labo. Later heb ik meegedaan aan een examen van de Voorzorg en ben ik er aan het loket gaan werken.
Hoe ben je in de politiek geraakt?
Maurice: Mijn vader was schepen van sociale zaken. Mijn 2 broers waren niet geïnteresseerd in politiek, maar mij boeide het wel. In 1988 ben ik de eerste keer opgekomen en toen had ik een paar stemmen te kort. In 2000 ben ik rechtstreeks verkozen tot schepen.
Waarom Sp-a?
Dat heb ik meegekregen van pa. De 1 mei-vieringen zijn er van kindsbeen af ingelepeld.
Ik voel me vooral goed op lokaal vlak in Beringen en ben weinig bezig met de nationale politiek. Iedereen doet hier zijn best en ik ben fier op ons project. Ik ben fier op de realisaties die we tot nu hebben gerealiseerd. Ik hoop dat ik nog 1 keer de kans krijg om dit project af te werken en dan stopt het voor mij. Dat is het aan de jongeren om de fakkel over te nemen.
Werner , hoe ben jij in de politiek verzeild geraakt?
Toen ik klein was, mocht ik in de campagne met de CVP meerijden. Mijn moeder was sterk ACW-gezind. Ik vatte ontzettend veel sympathie op voor Jaak Gabriëls en zo ging ik voor de Volksunie stemmen. Na de splitsing van de Volksunie werd ik lid van de nieuwe partij van Frieda Brepoels en Geert Bourgois. In 2006 haalden we amper 2,5 % bij de gemeenteraadsverkiezingen en geen zetels! Niemand kon toen weten dat de N-VA nog zo’n evolutie zou doormaken. 8 jaar later zat ik onverwacht in het parlement en ben ik gemeenteraadslid.
Ik was ook lid van de vakbond. Bij Kautex was ik délégué en heb ik gestreden voor goede akkoorden. Achteraf ben ik wel gaan beseffen dat vakbonden zich ook wel eens in de schoenen van de werkgevers moeten kunnen zetten om akkoorden te kunnen sluiten. Goed doen voor iedereen gaat nu eenmaal niet….
In het begin had ik het als arbeider niet makkelijk in het parlement. Nu zit ik in de Commissie Bedrijfsleven en dat is combineerbaar met mijn zitje als gewoon gemeenteraadslid in Beringen. Beringen mag er trots op zijn dat we nationaal – met inbreng van Grete en mij – zoveel gedaan hebben om geld naar hier te halen bijv. voor Todi en B-Mine.
Maurice: Bij de opening van het zwembad in 2014 waren er zovelen tegen, maar nu is het een groot succes. We zijn fier op de tewerkstelling in de site van B-Mine. We hebben ook flink geïnvesteerd om bedrijven naar Beringen te halen. Denk maar aan Mobis bijvoorbeeld.
Waarom kan het nu wel en in de vorige coalitie niet?
Maurice: De vorige burgemeester zei: ‘Ik ben geen missionaris’. Nu proberen we nu vooral het positieve uit te dragen. Er gebeurt heel veel goeds in Beringen. Onder Mondelaers heeft de Stad Beringen wel zuinig geleefd en was er een lage schuld. We hebben de nodige leningen kunnen aangaan om de stad verder te ontwikkelen. Daarvoor was wel een herstelplan nodig maar gezien de middelen die we hebben, doen we het zeer goed. Op het vlak van het stedenfonds krijgen we absoluut niet waar we recht op hebben. Ook de dotatie voor onze politie is ondermaats.
Werner: Ik ga volledig akkoord met die misbedeeldheid, maar die is er altijd geweest, het is niet iets van de laatste legislatuur. Vroeger ging het geld naar Tongeren, Bree, Lommel. Beringen werd als 3de stad van Limburg misbedeeld. Gelukkig komt er nu wel geld naar Beringen maar uiteraard niet genoeg zoals de burgemeester al zei.
Maurice: Wij vinden dat het eindelijk tijd wordt dat het gaat veranderen.
Maurice, op Twitter ben je nogal streng voor N-VA?
Maurice, ik stoor me nogal vaak aan de nationale politiek. Ik zal nooit de lokale politici aanvallen, zelfs Werner niet.
Werner: je hebt me wel geblokkeerd op Twitter hé.
Maurice: ik volg uiteraard wie ik wil. Sociale media zijn eigenlijk niet aan mij besteed.
Hoe zien jullie Beringen in 2040?
Werner: Beringen zal volgens mij nog bestaan in 2040. Er zal wel verandering zijn: de mensen zijn mondiger geworden en we zullen hun meer inspraak moeten geven. We zullen meer de straat moeten opgaan. Het zal nog moeilijker worden om iedereen persoonlijk tevreden te stellen. De mensen kunnen niet blijven uitgaan van hun eigen gelijk. Politieke partijen moeten nu eenmaal compromissen sluiten.
Maurice: Beringen zal blijven groeien. Het is een optelsom van 5 mooie deelgemeenten. Het is goed dat we gaan werken aan het centrum: het moet aantrekkelijk zijn wat betreft cultuur, sport, wonen. De mensen moeten er graag vertoeven, we moeten de mobiliteit opvangen, de fiets promoten.
Werner: Mensen van Koersel moeten altijd richting Beringen uit om te werken of te winkelen, de meesten nemen hiervoor hun wagen…
Maurice: de grote fusie van 1976 was een politiek spelletje. Het ging om 4 grote deelgemeenten die ver van elkaar afliggen. Fusies moeten een meerwaarde betekenen, de gemeenten moeten gevoelsmatig klaar zijn voor eenheid. Ik zie er de meerwaarde niet van in.
Werner: Beringen – Ham – Tessenderlo – Leopoldsburg lijkt me een logische fusie, maar is op dit moment nog niet nodig.
Waar kom je het meest tot rust?
Maurice: aan de Paalse Plas, wandelen aan het Koersels Kapelleke, er zijn zovele mooie plekjes in Groot-Beringen…
Werner: in de Vallei van de Zwarte Beek, het Park van de burgemeester
Maurice: Er zijn zoveel dingen om fier op te zijn in Beringen. We moeten blijven samenwerken en iedereen de hand blijven geven. Politiek moet een ondersteunende rol spelen.
Hoe is jullie liefde voor muziek? Maurice: Muziek is de rode draad in mijn leven, ik kan niet zonder muziek. Ik ging naar Torhout-Werchter en nu met mijn zoon naar Pukkelpop. Mijn uitgesproken favoriet is Neil Young. Ook andere groepen hoor ik graag, zowel Belgische als andere. War on Drugs bijvoorbeeld vind ik een topgroep. Muziek brengt de mensen samen en het brengt mij ook tot rust.
Werner: Ik heb 2 superbands: in België ‘The Scabs’, die heb ik altijd gevolgd. En de buitenlandse groep is voor mij The Manic Street Preachers. Ik heb er alles van. Ik heb vorig jaar zelfs nog een cd-box en t-shirt besteld. Ik ga dit najaar nog naar War on Drugs en naar Nick Cave.
Kunnen jullie ook de lokale cultuur smaken?
Werner: Als parlementslid moet ik ook naar andere peterafdelingen gaan en heb ik weinig tijd voor culturele beleving. Op vakantie zal ik wel eens een museum bezoeken.
Maurice: Cultuur is een ruim begrip. Op vakantie zal ik al eens musea bezoeken. Door mijn ambt als burgemeester word ik vaak uitgenodigd op tentoonstellingen van schilderkunst of fotografie. Ik kan mooie dingen echt wel appreciëren.
Werner: Heel mooi was de Beringse kunstroute, ik heb daar echt heel veel talent ontdekt. Mijn familie is ook erg kunstvol. Mijn vrouw heeft kunst gestudeerd. Die kleine kunst kan ik meer waarderen dan grote kunstenaars…
Literatuur, hebben jullie daar tijd voor?
Maurice: Dat is veel te lang geleden, daar heb ik echt geen tijd voor. Natuurlijk moet ik geregeld dossiers doorlezen, maar aan literatuur kom ik niet toe.
Werner: Vroeger moesten we op school boeken lezen en samenvattingen maken, maar ik had daar een hekel aan, want die boeken interesseerden me niet. Geef me echter iets over vliegtuigen of over het onverklaarbare, over UFO’s bijv., dan lees ik het uit tot het einde. Op internet lees ik ook veel dingen die me echt interesseren.
Eten en drinken. Zijn jullie Bourgondiërs?
Werner: Ja zeker, vroeger woog ik 100 kg. Nu ben ik wel een deel afgevallen, maar ik kan nog van alles genieten.
Maurice: Ik kan van alle dingen genieten, ook van zelf iets klaar te maken. Mijn vrouw kookt heel goed en mijn Italiaanse schoonzoon ook. Er zijn in Beringen ook zoveel leuke restaurantjes en terrasjes waar je lekker kunt eten met een Westmalle triple of een Duvelke erbij.
Werner : Wij moeten dikwijls gaan eten op eetdagen van andere afdelingen en dan ben ik blij dat mijn vrouw ervoor zorgt dat er geregeld wat gezond voedsel voor me klaarstaat met water als drank erbij. Ik ben niet echt een alcoholdrinker. Met kameraden gaan we om de 2 à 3 maanden samen iets eten. Dat leggen we op voorhand vast en daar houden we ons aan.
Vrienden en familie zijn immers belangrijk in ons leven. We moeten met onze beide voeten op de grond blijven en niet gaan zweven.
Maurice: Ik ga ook niet zweven. We moeten het beste maken van ons streefdoel. Familie is het belangrijkste in ons leven. Ik heb 3 jaar geleden mijn vader verloren en ik probeer driemaal per week bij mijn moeder mijn boterhammetjes te gaan opeten. Daar kunnen we allebei van genieten, er is niets zo belangrijk…
Wat zouden jullie nog eens moeten gaan biechten?
Maurice: Vroeger lachten we er al eens mee: biechten is voor die van de CVP. Nee, een biechtstoel is niets voor mij. Soms zeg ik wel eens bij mezelf: ‘Dat had ik beter niet gezegd’ of ‘dat heb ik zo niet gemeend’. Dan heb ik er geen probleem mee om sorry te zeggen…
Werner: Over biechten denk ik hetzelfde. We moeten altijd goed met elkaar proberen om te gaan. Soms ga ik wel eens in de fout, maar dan probeer ik grootmoedig te zijn en me te excuseren. Ik heb dat zelfs ooit op de gemeenteraad gedaan.
Maurice: Sommigen denken dat een mens zich belachelijk maakt door zich te excuseren, maar dat maakt hem zelfs mooier, dan ben je een vent!...
Dat is een mooi einde!
Interview: Hans Put, tekst Marie-Claire Nickmans, foto: Selfie