Tien jaar lang al gaan de dienst gezinspastoraal en het Centrum voor Christelijk Vormingswerk (CCV) van het bisdom Hasselt mee op weg met echtgescheidenen en bieden hen een omgeving die rouwen toelaat. In 2009 startte de dienst parochiecatechese en gezinspastoraal met de werking voor echtgescheidenen. Een jaar later was de eerste ontmoetingsgroep in samenwerking met het CCV een feit. De formule slaat aan. “Mensen zijn vaak verwonderd over dit aanbod. Ze verwachten immers niet dat wij als Kerk mee op weg gaan met echtgescheidenen. En toch is dat juist wat we willen doen: naar hen luisteren en met hen meegaan”, zegt Ria Thaens, bisschoppelijk gedelegeerde voor catechese en gezinspastoraal. In zes avonden wil de lotgenotengroep de echtgescheidenen helpen om emotioneel een nieuwe draai aan hun leven te geven en perspectief te vinden. “Het is echter niet zomaar een praatgroepje waarin steeds het lijdensverhaal wordt herhaald. Anderzijds willen we ook niet pretenderen dat we psychologen en hun therapieën kunnen vervangen. Elke avond heeft een eigen thema. Zo werken we over de emoties die de getroffenen voelen, maar ook over de reacties van de buitenwereld. Geloof is onze inspiratie en leidraad, maar wordt van de deelnemers niet verondersteld. Iedereen is welkom”, stelt Thaens. De sterkte van dit initiatief zit in de kracht van de groep. “Elk jaar verwelkomen we mensen uit diverse leeftijdscategorieën. Vaak melden ook mannen of vrouwen zich aan, die na jaren samenleven, zonder te huwen, even diep rouwen om de verloren gegane relatie. Rouwen om een scheiding is in vele opzichten te vergelijken met rouwen om een overleden geliefde”, weet Thaens. Zelf begeleidt Ria Thaens de ontmoetingsgroepen als sinds het prille begin: “Het vergt veel moed om je verhaal te vertellen, maar minstens evenveel om de verhalen van anderen te horen. Het doet me echter goed om te zien hoeveel de groepsleden aan elkaar hebben en welke hechte vriendschappen er soms uit ontstaan. Dat is immers een vaak gehoorde verzuchting na de sessies: eindelijk komen ze in een omgeving die verstaat wat ze doormaken”.