In 1959 kwamen de Boggeter Papbugels voor het eerst op straat met hun carnavalsstoet. Ondertussen bestaan ze al 66 jaar en vieren ze nu hun 6de jubileumjaar. Als één grote familie, klinkt het.
11, het narrengetal, is in de carnavalswereld een belangrijk cijfer. Elke 11 jaar is een feestjaar voor een carnavalsvereniging. De Boggeter Papbugels ontstonden in 1959, en dus is 2025 hun 66ste bestaansjaar en hun 6de jubileumjaar. Hoe ze dat precies gaan vieren? ‘Elk jaar laten we speciale medailles maken voor onze vereniging, maar dit jaar kunnen we er 6 x 11 opzetten en dat maakt het extra speciaal’, vertelt hofmaarschalk Luk Koolen. ‘Op 21 december hielden we ook een extra zitting, een soort prinsentreffen. Er was een receptie voor zo’n 175 genodigden. Zij konden ook onze tentoonstelling bezoeken, waar we in grote getalen de geschiedenis van onze vereniging hadden uitgestald, van het ontstaan tot nu, hoe het allemaal begonnen is en met wie.’
Op 11 januari was er de grote zitting. ‘Dat is iets wat we elk jaar organiseren’, aldus Koolen. ‘Op 15 februari organiseren we een d’aow zitting, die gebaseerd is op het carnaval van vroeger. Zo kunnen de oude generatie carnavalisten nog eens genieten van nostalgie en bijvoorbeeld een tonprater. Hiervoor zijn er nog enkele kaarten over voor de prijs van 10 euro.’
Het echte carnavalsweekend begint op vrijdag 28 februari. ‘Dan is er ofwel een kinderstoet, ofwel gaan we op bezoek bij de kleuterscholen in Bocholt en daarna in het rusthuis, waar veel oud-carnavalisten zitten. ’s Avonds vieren we het dan op café. We doen ook eerst mee in Sint-Huibrechts-Lille, en daarna in Kaulille en Pelt. Onze eigen carnavalsstoet is op maandag 3 maart, met prins Martijn I en prinses Lyn II. Daarna is onze Raad van Elf vrij en mag iedereen zijn eigen richting uitgaan om te vieren. De dag erna gaan we eerst naar het gemeentehuis voor onze slotshow, dan hebben we ons laatste avondmaal en vervolgens gaat het prinsenpaar uiteindelijk af rond één uur ’s nachts.’
Dat het carnavalsgebeuren nog steeds leeft in Bocholt is een understatement. Op de carnavalsstoet komen zo’n 3.000 à 4.000 mensen af, vertelt Koolen, maar dat kunnen er ook 6.000 worden. Zelf is hij er al sinds 2006 bij, nadat hij eerst ook prins was. Maar wat is nu het mooiste aan carnaval in Bocholt volgens hem? ‘Wij zijn één grote familie. Je merkt dat, dat is een heel apart gevoel. We maken zo goed als altijd plezier. En zo hebben we uiteindelijk een vaste groep carnavalisten opgebouwd met wie het heel goed werkt.’
Delia Filippone