We berichtten zondag al dat er in de Sint-Laurentiuskerk van Bocholt een tentoonstelling plaats vindt over de
septembermaand van 1944. Wij gingen alvast een kijkje nemen. De tentoonstelling geeft op een overzichtelijke wijze de chaotische gebeurtenissen weer die zich in september 1944 in Bocholt en Bree hebben afgespeeld.
Philip Moreau, één van de initiatiefnemers van de expo, stelt dat doorgaans de geschiedenis geschreven en beschreven wordt door de overwinnaars. Maar voor deze tentoonstelling kon men beroep doen op een
schat van informatie die van de
Duitsers afkomstig was.
Meer foto's Jan Truyen, aangesloten bij het Geheim Leger bij Brigade 13 van Bocholt kwam in het bezit van
81 unieke Duitse documenten, de meerderheid daarvan getypt, een aantal handgeschreven. Wellicht vond hij die in de Duitse commandopost aan de Hamonterweg in Lechten (Bocholt). Die documenten werden door de zoon van Jan, Guy, geschonken aan de Geschied- en Heemkundige Kring van Bocholt die er dus een schat van informatie uit haalden.
Die 81 documenten waren uiteraard niet alle documenten die de Duitsers hebben opgemaakt, wellicht werd maar een fractie teruggevonden van een enorme oorlogscorrespondentie, van hoog naar laag, en terug. Die documenten dienden dus eerst nog 'chronologisch' gerangschikt te worden, en met behulp van de
Britse War Diaries konden de laatste gevechten in de streek gereconstrueerd te worden.
Om september '44 kort te schetsen: op 3 september werd Brussel bevrijd, een dag later Antwerpen. Maar Bocholt en Bree waren nog in handen van een 'Fallschirmjäger-Regiment. De naam van het regiment was indrukwekkender dan de gevechtscapaciteiten van de soldaten die er deel van uitmaakten, doorgaans waren het 'werkloze' soldaten van de luchtmacht, die door de vernietiging van de Duitse vliegtuigen elders ingekwartierd werden. Vaak kregen ze bij aankomst in de regio nog eerst een 'basisopleiding', bij sommigen was het maar een opleiding van twee weken.
De tentoonstelling is zo opgedeeld dat op twee rijen infopanelen chronologisch die laatste weken worden beschreven. Eén rij gaat over Bree, de andere rij over Bocholt. Maar er wordt ook aandacht geschonken aan de Brigade Piron. In de 'middenbeuk' van de tentoonstelling vele attributen van het Duitse en Britse leger, met originele kostuums, fietsen, kaarten en andere zaken die de militairen toen op zak hadden. Op verzoek van de kerk worden er echter geen wapens tentoongesteld. De gemeente Bocholt hier er aan dat er ook een infopaneel kwam met vermelding van alle Bocholtse slachtoffers tijdens de oorlog.
In totaal hebben er zo'n 15 mensen mee gewerkt aan het samenstellen van deze tentoonstelling. Maar het blijft een studie zonder einde, zo verklaart Philip Moreau. Een metaaldetectorist vond onlangs nog in een wei in de buurt een metaalplaatje van een Duitse soldaat. Elke soldaat draagt immers een roestvrij stalen plaatje met een gedrukte tekst, doorgaans naam en identificatienummer. Wanneer een soldaat sneuvelt, wordt het plaatje in 2 gebroken, één deel blijft bij het lichaam van de soldaat, het tweede 'administratieve' deel dient dan om de nodige meldingen naar de nabestaanden te kunnen doen. Eerste pogingen om deze soldaat te identificeren leverden niets op, maar de zoektocht gaat verder.
Nog een leuke anekdote: een bezoekster van de tentoonstelling verklaarde dat een lid van de Brigade Piron haar destijds (ze was toen 14 jaar) getekend heeft in een 'schetsboekje', zij wist zelfs de naam nog van de soldaat-tekenaar. Zo heeft de Heemkundige Kring dan weer kunnen achterhalen welke Compagnie van de Brigade in de regio zat, waarna ook andere figuren in het schetsboekje konden geïdentificeerd worden. Het schetsboekje, net zoals het metaalplaatje, is (achter glas) te bekijken op de tentoonstelling.
De tentoonstelling loopt nog tot en met 17 november, telkens van 10 tot 17u te bekijken in de Sint-Laurentiuskerk in Bocholt, de toegang is gratis.